Fed-rente omhoog maar of het een duidelijk vervolg krijgt….
17 maart 2017
De Fed heeft de officiële rente in de VS opgekrikt van 0,75 naar 1 procent. De bank lijkt zo op weg te zijn haar belofte uit december vorig jaar waar te maken. Toen impliceerde het rentecomité de officiële rente in loop van 2017 drie keer te verhogen. Is deze toch wel onverwachte renteverhoging in maart de reden dat sceptici zoals ondergetekende nog twee renteverhogingen moeten verwachten? In mijn ogen zijn bij die verwachting nog steeds belangrijke vraagtekens te plaatsen.
Eerst even over de renteverhoging van eerder deze week. Ik voel er steeds meer voor die stap eerder te zien als iets wat de Fed niet kon vermijden dan als een verhoging waar de Fed niet op kon wachten die door te voeren.
Vocht de Fed niet zo lang geleden met deflatiegevaar, inmiddels bedraagt de geldontwaarding in de VS 2,7 procent. Zelfs als we, zoals de Fed vaak doet, kijken naar de zogeheten kerninflatie, dat is inflatie zonder voedsel- en energieprijzen, zien we dat de prijzen met ruim 2 procent stijgen. Dat is iets waar de Fed al jaren op uit is.
De Amerikaanse economie groeide in de laatste maanden van vorig jaar met ongeveer 2 procent. Dat is aanmerkelijk minder dan de groeipercentages waar we aan gewend zijn in de periode van voor de huidige crisis, maar die pre-crisis groeipercentages als maatstaf gebruiken, is onjuist. We vergelijken dan als het ware appels met peren. De economische groei vóór de huidige crisis kwam voor een belangrijk deel uit op grote schaal lenen en uitgeven en die motor draait veel minder snel nu dan destijds. De schatting van de groei die de Amerikaanse economie op termijn aan kan die de Fed deze week gepubliceerd heeft, is een betere maatstaf. De bank ziet de Amerikaanse economie op middellange en lange termijn met zo’n 3 procent per jaar groeien. Een groei van 2 procent op jaarbasis, zoals in de afgelopen maanden, is dan helemaal zo slecht nog niet.
Kortom, zowel de recente ontwikkelingen op het inflatie- als die op het groeifront dwongen de Fed als het ware de officiële rente te verhogen, zeker aangezien de verwachting op de markten is dat de inflatie niet noemenswaardig zal dalen de komende maanden en dat de economische groei hoog zal blijven of zelfs verder aantrekken door plannen van President Trump, zoals omvangrijke belastingverlagingen en investeringen in infrastructuur.
Niets doen kon niet
Had de Fed tegen die achtergrond van een goed draaiende economie en stijgende inflatie, de officiële rente ongemoeid gelaten, dan had de bank met vuur gespeeld. Beleggers zouden wel eens rekening kunnen gaan houden met een behoorlijk verder stijgende inflatie namelijk. Omdat in dat geval de langetermijnrentes snel en aanmerkelijk verder zouden stijgen en daardoor de economische groei frustreren, kon de Fed niet niets doen.
De Fed kon óók niet aangeven nu ineens minder renteverhogingen in de petto te hebben voor de rest van dit jaar en in 2018. Had de bank dat gedaan, dan hadden beleggers zich onmiddellijk de vraag gesteld waarom de Fed dat deed. Maakte de bank zich meer zorgen over de Amerikaanse economie dan ze aangaf? Hinten op méér renteverhogingen dan eerder aangekondigd kon de crew van Janet Yellen ook niet. In dat geval zouden de langetermijnrentes verder gaan stijgen en het economisch herstel in gevaar kunnen brengen. Toen enkele dagen voor de rentevergadering het Amerikaanse bureau voor de statistiek met een wederom uitstekend banenrapport kwam voor de maand februari, had de Fed eigenlijk geen andere keuze dan de rente te verhogen.
Hoewel dit jaar pas net begonnen is, blijf ik er rekening mee houden dat de Fed de officiële rente dit jaar nog één keer zal verhogen en niet twee keer zoals de markten verwachten. Daar heb ik een aantal redenen voor.
Ten eerste: als het eerder genoemde over inflatie en economische groei inderdaad waar is, dan vind ik het nogal vreemd dat de Fed de rente slechts 3 keer wil verhogen dit jaar. De officiële rente zou dan uitkomen op 1,5 procent, naar alle maatstaven een te laag niveau bij een economie zoals eerder omschreven. De bank zou de rente sneller moeten verhogen.
Daarmee kom ik bij de tweede reden voor mijn verwachting dat de Fed de officiële rente dit jaar nog maar één keer zal opkrikken: de Amerikaanse economie staat er veel minder florissant voor dat de Fed ons wil doen geloven.
The devil is in the details
Het is waar dat het vertrouwen onder consumenten en in het bedrijfsleven behoorlijk is gestegen in de afgelopen maanden. Maar zo’n headlinecijfer verhult belangrijke details. Het consumentenvertrouwen bijvoorbeeld is vooral sinds de winst van President Trump omhoog gespoten. Maar dat is vooral onder zijn aanhangers het geval. Onderzoek wijst uit dat het vertrouwen buiten die groep juist onder druk staat.
Bij die vele nieuwe banen per maand zien we dat effect ook. Zo zijn er opvallend veel nieuwe banen gecreëerd in de bouw. De bouw wordt traditioneel gedomineerd door Republikeinse aanhangers. Dan ‘hun’ partij een geweldige verkiezingswinst heeft geboekt, deed hun vertrouwen goed, iets op basis waarvan ze veel mensen aannemen. Dit ook in de veronderstelling dat de bouwsector flink zal profiteren van de plannen van President Trump, zoals het aanleggen van allerlei nieuwe infrastructuur en het verbeteren van de bestaande.
Kijken we naar de koopkracht van de Amerikanen, dan kunnen we wat donkere wolken spotten. Ja de lonen stijgen de laatste tijd wat harder maar zoals al genoemd, de inflatie is ook fors opgelopen. Samen betekent dat dat de koopkracht van de werkenden in de VS in het beste geval niet gestegen is en vaak zelfs licht is gedaald door de gestegen inflatie.
De economische groei in het laatste kwartaal van vorig jaar bedroeg 1,9 procent, maar dat was de tweede schatting. De eerste schatting was 3,5 procent groei. Met andere woorden, naarmate de Amerikaanse statistici meer harde data in handen kregen – denk aan aantal nieuwe opdrachten bijvoorbeeld in tegenstelling tot de zogeheten zachte data, zoals vertrouwensindicatoren – moesten ze hun groeicijfer flink omlaag bijstellen. Een dag voordat het rentecomité deze week zou beginnen aan zijn beraadslagingen, meldde de regionale centrale bank in Atlanta dat de groei in het eerste kwartaal van dit jaar fors lager zal uitkomen dan eerder werd gemeld. De belangrijke indicator, de Atlanta Fed’s GDPNow indicator voor economische groei is in een paar weken tijd getuimeld van het wijzen naar 2,5 procent groei naar slechts 0,9 procent groei in het eerste kwartaal van dit jaar.
It’s de koopkracht, stupid!
Wat de economische groei in het vierde kwartaal van vorig jaar vooral aanjoeg, was de binnenlandse consumptie door de Amerikaanse huishoudens. Maar zoals reeds genoemd: door de inmiddels fors gestegen inflatie is hun koopkracht onder druk komen te staan (de lonen zijn namelijk níet veel harder gaan stijgen in de afgelopen maanden). Dat zet grote vraagtekens bij de verwachting dat de uitgavenbonanza in de VS aan zal houden.
Als mede door de gestegen en stijgende inflatie de binnenlandse consumptie de komende maanden minder snel toeneemt dan in de afgelopen kwartalen en bedrijven minder orders binnenkrijgen en minder nieuwe banen gaan creëren, dan zou het niet verbazen als de langetermijnrentes in de VS onder wat neerwaartse druk komen te staan en de Fed de rente vergadering na vergadering ongewijzigd laat. Als daarbij ook nog door politieke onenigheid, ook binnen de Republikeinse partij, de aangekondigde belastingverlagingen later komen en wanneer ze komen, lager uitvallen dan werd beloofd, dan kunnen zowel de economische groei als het vertrouwen daaronder lijden. Tel daarbij de altijd aanwezige kans van protectionistische maatregelen door President Trump, iets wat hij meermaals in het vooruitzicht heeft gesteld, en het mag duidelijk zijn dat de stand van zaken in de Amerikaanse economie niet bepaald nieuwe renteverhogingen rechtvaardigt.
Geen wonder dat de eerste reactie van edelmetaalprijzen op de renteverhoging van de Fed een stijging was. We zouden dat kunnen zien als een teken dat die markt het niet helemaal vertrouwt dat mevrouw Yellen nog twee keer naar de monetaire rem zal grijpen. Daarnaast is er nog een uiterst belangrijk feit voor de edelmetalenmarkten. Daarover meer in een vervolg hierop.