Bank of England verschaft ons een waardevolle les
16 augustus 2016
Economen zijn het nooit met elkaar eens, is een veelgehoorde – en volkomen juiste overigens – opmerking over de professie. Heel soms komen we een uitzondering op die regel tegen (die, inderdaad, de regel bevestigt). Dit jaar bijvoorbeeld. Nadat bekend werd dat de Britten op 23 juni gestemd hadden om de Europese Unie te verlaten, de zogeheten brexit, waren vrijwel alle economen en analisten die de Britse economie volgen het over één ding eens: brexit zou de economische groei in Groot-Brittannië verlagen en de inflatie aanjagen.
In de afgelopen weken zijn talloze analyses en resultaten van ondervragingen gepubliceerd over onder meer de invloed op de Britse inflatie. Vandaag is er voor het eerst een cijfer daarover gepubliceerd.
In juli blijken de prijzen in Groot-Brittannië met 0,6 procent gestegen te zijn, meldt het Britse bureau voor de statistiek. De stijging komt vooral doordat de importprijzen het hardst zijn gestegen sinds 2011. Dé reden is de waardedaling van het pond nadat het bekend werd dat de Britten voor een brexit hadden gekozen. Het pond verloor sindsdien circa 10 procent van zijn waarde. Normaliter zorgt zo’n waardedaling pas na enige tijd voor stijgende importprijzen, maar in Groot-Brittannië is het effect, op beter, een deel van het effect, dus vrijwel meteen te zien.
Een andere bron waar prijsstijgingen vandaan zijn gekomen in juli zijn de gestegen prijzen die bedrijven moeten betalen voor input in hun productieproces. Die kosten zijn, op jaarbasis, in juli 4,3 procent gestegen. Daarmee is een einde gekomen aan bijna drie jaar lange onafgebroken daling ervan. Vaak worden die inputs ingevoerd, waardoor het effect van het verzwakte pond ook daar te zien is.
Brexit-blues
Aangezien zoals gezegd het effect van een zwakkere munt op de inflatie pas na verloop van tijd zich manifesteert, bijvoorbeeld doordat in het begin de prijzen zoals bepaald in lopende contracten gelden waardoor het effect pas zichtbaar wordt wanneer contracten aangepast worden, is het te verwachten dat de Britse inflatie de komende maanden verder zal stijgen.
De Bank of England, de Britse centrale bank, reageerde eerder deze maand al op de effecten van de brexit op de Britse economie. En die reactie leert onder meer ons in de eurozone een zeer waardevolle les.
De Britse centrale bank verlaagde de rente en besloot opnieuw elke maand staatsobligaties en bedrijfsobligaties op te kopen. Het doel is de rentes van alle looptijden verder verlagen en zo de economische groei aan te jagen, groei die gevaar loopt doordat Groot-Brittannië over enkele jaren de Europese Unie zal verlaten. Die renteverlaging van de centrale bank is zeer waarschijnlijk niet de laatste die we zullen zien dit jaar.
De centrale bank in Londen heeft die besluiten genomen onder meer op basis van voorspellingen en verwachtingen over economische effecten van de genoemde brexit op de Britse economie. Daar wordt de reactie van de Britse monetaire ridders voor ons bijzonder relevant en interessant.
De Britse wet schrijft namelijk voor dat de taak van de Britse centrale bank is ervoor te zorgen dat de jaarlijkse inflatie twee procent bedraagt. Lijkt de inflatie af te wijken van dat streefpercentage, dan moet de centrale bank met haar rentewapen ingrijpen. Als inflatie langdurig te laag lijkt te zijn moet zij de rente verlagen. Dreigen de prijzen langdurig met meer dan twee procent per jaar te stijgen, dan moet de rente juist omhoog.
Forse inflatie op komst
Al enige tijd ligt de Britse geldontwaarding aanmerkelijk onder het genoemde streefpercentage. Zoals gezegd zijn vriend en vijand zijn het er echter over eens dat als gevolg van de brexit de prijzen dit - en vooral komend jaar - flink zullen stijgen. Analisten voorspellen dat de inflatie in Groot-Brittannië volgend jaar flink hoger zal liggen, de voorspellingen lopen uiteen van 2,5 tot zelfs 4 procent inflatie. Met andere woorden, de kans is groot dat de Britse inflatie behoorlijk ver van het streefpercentage zal komen te liggen.
Waar Brexit voor een opwaartse druk op de prijzen lijkt te gaan zorgen, zal het effect op de economische groei juist de andere kant op gericht zijn. De groei lijkt behoorlijk af te nemen.
Zo bezien is de Britse centrale bank deze zomer op een kruispunt gekomen. De bank wil graag zowel links als rechts afslaan maar kan natuurlijk maar één van de twee wegen nemen. Waarom? Omdat, om de verwachte stijging van de inflatie te verijdelen, de bank de rente zou moeten verhogen maar om de verwachte afname van de economische groei tegen te gaan de rente juist zou moeten verlagen. Uiteraard kan de rente óf omhoog óf omlaag.
De centrale bank stond niet lang stil op dat kruispunt. Vrij snel koos die, zoals reeds genoemd, voor een renteverlaging. En dát is de les die wij in de eurozone kunnen leren.
Ondanks de wettelijke opdracht die de bank heeft om inflatie van meer dan twee procent te voorkomen, koos de Britse centrale bank dus toch om de groei – en met de aankopen van de Britse staatsobligaties de Britse overheid die een zeer hoge schuld heeft – te steunen. Het genoemde kruispunt is een kruispunt waar ook de Europese Centrale Bank (ECB) in de toekomst onvermijdelijk zal arriveren; ook de ECB heeft op papier de taak voor iets minder dan 2 procent inflatie per jaar te zorgen. Pas als aan die opdracht is voldaan mag de bank ook de economie steunen, maar wel zo dat de inflatiedoelstelling daardoor niet in gevaar komt.
Vertrouwen op de ECB
Wie verwacht dat de ECB op het moment dat de bank op de genoemde kruispunt komt de voorkeur zal geven aan het voorkomen van hoge inflatie boven het stimuleren van de groei en - belangrijk - het overeind houden van de in feite failliete eurolanden zoals Italië, doet er goed aan de keuzes en stappen van haar Britse zusterinstelling te volgen. Die laat zien dat we er ernstig rekening mee moeten houden dat de ECB, eenmaal op dat kruispunt aangekomen, hetzelfde zal doen als wat de Britse centrale bank deed: kiezen voor hulp aan de economie en overheden in plaats van daadkrachtig ervoor kiezen de inflatie onder controle te houden. Die keuze zal, zeker met het oog op de wat langere termijn, grote gevolgen hebben op onder meer de prijzen van edelmetalen.
Immers, wie voor de hulp aan de economie en de overheden kiest, houdt de rente langdurig laag en gedoogt hoge inflatie, vaak onder het mom van ‘het zal wel tijdelijk zijn’. Anders gezegd: wie de genoemde keuze maakt, schept een uiterst vruchtbare omgeving voor edelmetalen, zo leert de geschiedenis ons. De keuzes en acties van de Britse centrale bank leren ons in de eurozone dus veel over wat voor monetair beleid we van de ECB kunnen verwachten de komende jaren. Iedereen die zijn vermogen wil beschermen doet er goed aan dat gratis handboek waar de Bank of England in feite voor zorgt, te lezen.