Beurs daalt 5 procent: wat gebeurt er?
12 oktober 2018
De Amerikaanse Dow Jones-index gleed afgelopen dinsdag hard onderuit. Uiteindelijk staat de beurs ongeveer 5 procent lager dan aan het begin van oktober. Goud, in reactie op deze beursval, steeg met meer dan 2 procent tot boven de $1.200 dollar per troy ounce. Wat is er aan de hand?
Trump reageert op plotse beursdaling
Amerikaans president Donald Trump, die eerder nog veelvuldig naar de beurs verwees als “bewijs” dat zijn beleid succesvol is, gaf gelijk de schuld van de beursdaling aan de door hem aangestelde Fed-voorzitter Jerome Powell.
Powell verhoogde eerder de rente en de verwachting is vooralsnog dat, ondanks de publieke druk van Trump op de centrale bank, de Fed in december nogmaals de rente verhoogt. Dat dit nogal onwaarschijnlijk is, moet wel blijken uit het feit dat de verwachtingen aangaande (toekomstige) renteverhogingen helemaal niet veranderd zijn de afgelopen tijd.
Bovendien gingen ook andere beurzen onderuit, en in veel gevallen leden buitenlandse beurzen zwaardere verliezen dan de Amerikaanse beurs. Zo was de beursdaling in Shanghai (China) van ongeveer dezelfde omvang als die in de VS. In het algemeen kregen ook de Aziatische beurzen en indices in andere opkomende markten een klap te verduren. Ook in Europa ging de beurs gebukt onder een toenemende volatiliteit.
Opvallend was, overigens, dat technologie-aandelen (die in veel gevallen zwaarder overgewaardeerd zijn dan andere aandelen) niet meedeelden in de malaise. Maar net als op eerdere momenten in het verleden, kan het zijn dat deze beursfavorieten pas later de gevolgen ondervinden van een wijdverspreide beursdaling.
Een beursdaling van 5 procent: belangrijk of niet?
Wellicht is het niet eens zo opzienbarend dat de beurs een procent of vijf daalt. Wat wel de wenkbrauwen moet doen fronzen is hoe plots de daling was. In minder dan twee handelsdagen, werd er een flinke som van de totale beurswaarde afgeveegd.
Is het van belang? Dat moeten we nog maar zien. Het kan of het begin van een bredere correctie zijn, of het kan een kleine correctie betekenen die al snel wordt gevolgd door een herstel en door nieuwe beursrecords.
Wat belangrijker is om te beseffen, is dat de beurs er “slechter” voorstaat dan in 2008. Terwijl veel mensen denken dat het onmogelijk is dat de ramp in 2008 zich herhaalt, staan aandelenprijzen hoger dan alvorens de beurscrash van tien jaar geleden. En niet alleen in absolute termen, maar met name in termen van beurswaardering. We betalen nu meer voor een aandeel dan in pakweg 2007 het geval was.
Wat was de reden dat de beurs daalde?
De huidige omstandigheden moeten – voor eenieder – duidelijk zijn:
- Een zwaar overgewaardeerde (te dure) beurs (+50%)
- Een handelsoorlog die leidt tot importtarieven die mondjesmaat effect beginnen te hebben
- Een groter begrotingstekort onder Trump dat gefinancierd moet worden op kapitaalmarkten
- Groter wordende stress in het bankwezen, wat blijkt uit de afvlakkende rentecurve en de stijgende rentes
Met name die handelsoorlog is interessant om uit te lichten. De gevolgen van de karrevracht aan importheffingen uitgestort over Chinese producten beginnen langzaamaan door te druppelen.
Nu had ik het voorrecht om vorige week van dichtbij Peter Thiel aan te horen over dit onderwerp. Peter Thiel – die bekend is als (mede)oprichter van PayPal en als investeerder in Facebook – is een van de directe adviseurs uit de zakenwereld aan Trump die periodiek bijeenkomen in het Witte Huis. De controversiële Thiel zei dat hij begreep dat vrijhandel goed is, maar dat het weinig logisch is dat een “arme Chinese plattelandsbewoner geld spaart om in slecht renderende US Treasuries te beleggen”.
Dat moge zo zijn, maar het idee dat een arme Chinees geld spaart om in Amerikaans staatspapier te stoppen is iets dat allang niet meer opgaat. De Chinese centrale bank – de People´s Bank of China (PBoC) – voegt nog maar amper toe aan haar valutareserves en brandt er zo nu en dan zelfs doorheen.
Bovendien vergeet hij te melden dat het beleid van Trump een enorme contradictie is: hij verhoogt het begrotingstekort dat vervolgens het handelstekort doet oplopen (als buitenlanders de US Treasuries kopen, wat hen uiteraard volledig vrij staat), en wil vervolgens het handelstekort terugdringen door importtarieven te heffen. Dat staat gelijk aan water uit een lek schip pompen, terwijl je tegelijkertijd extra gaten aanbrengt in de romp.
De aard van bbp-groei
Trump heeft uiteraard, in recente maanden, zich alle eer toegeëigend met betrekking tot de economische groei, die tot boven de 4% uitkwam. Nou is dat niet verwonderlijk. Ieder land dat bereid is om een begrotingstekort van 5% te lopen, kan de bbp-groei vooruithelpen.
Het bruto binnenlands product (bbp) is immers pakweg zeventig procent consumptie. Door de lopende overheidsuitgaven (consumptie) te verhogen met geleend geld (dat op zijn beurt uit het buitenland komt), kan iedereen vrij rap het bbp omhoog brengen. Dat betekent niet dat het beleid goed of slecht is, maar dat de korte termijn belangrijker wordt geacht dan de lange termijn.
Ondertussen zijn de modellen van de New York Fed en de Atlanta Fed het niet eens over de economische groei in het derde kwartaal in de VS: de NY Federal Reserve Nowcast voorspelt een matige groei van 2,2%, terwijl de Atlanta Fed optimistischer is met een geraamde groei van 4,2% (opnieuw boven die psychologische 4%-grens).
Maar die 4,2% is flink optimistischer dan zelfs de meest optimistisch Amerikaanse analist: de ´consensus´ is ongeveer 3,2%. Hoe dan ook is met name de voorspelling van de New York Fed interessant: als het groeiwonder van Trump al zo snel vaart verliest, wat kunnen we dan nog verwachten voor de rest van dit jaar?
De vraag naar olie bevestigt het beeld dat de Nowcast van de New York Fed schept: de olieprijs stond deze week onder druk en daalde, vanwege een dalende vraag en een groter dan verwachte toename in wereldwijde voorraden. Als de economische groei daadwerkelijk zo sterk en duurzaam zou zijn als Trump meent, dan zou de olieprijs stijgen, niet dalen.
Al met al, kunnen we meer volatiliteit op de beurs verwachten en bereid ik – met mijn geld – me voor op een de belangrijkste der ´grijzen zwanen´: een eventuele beurscrash.