Brexit is een feit: wat volgt er nu?
28 juni 2016
In tegenstelling tot vele enquêtes hebben de Britten vorige week gestemd om de Europese Unie te verlaten. 52 Procent van diegenen die hun stem hebben uitgebracht, stemden voor een uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.
De onmiddellijke reactie op de markten was uiteraard eentje van paniek. De Britse aandelengraadmeters zakten met procenten tegelijk, aandelenkoersen van banken verloren 30 procent of meer, het Britse pond leverde circa 10 procent in ten opzichte van de dollar en iets minder tegenover de euro, de rente op de Duitse en de Nederlandse staatsobligaties daalde verder, de euro verzwakte tegenover de dollar, de Zwitserse frank steeg in waarde en de goudprijs spoot omhoog. Wat kunnen we uit dit alles opmaken?
Veilige haven bereiken
In de eerste plaats dat beleggers over elkaar heen duikelden om als eerste een veilige haven te bereiken. De Zwitserse franc, het goud, Duits schatkistpapier en ja zelfs de dollar, hoewel dat niet logisch klinkt, geef ik toe, werden allemaal flink meer waard.
Deze paniekerige reacties zijn logisch. Immers, op de financiële markten wordt alles afgezet tegen de verwachtingen. Medio jaren negentig daalde de koers van het aandeel ABN AMRO fors weet ik nog, ondanks het feit dat de jaarwinst ruim 50 procent hoger lag dan ten opzichte van het jaar ervoor. De koers daalde echter omdat beleggers hadden gerekend op een winststijging van 60 procent. Dat zien we nu ook gebeuren.
De afgelopen weken wees de ene poll na de andere erop dat het Verenigd Koninkrijk ervoor zal kiezen in de EU te blijven. Op de financiële markten positioneerde bijna iedereen zich daarop, er werden dus posities ingenomen die winstgevend zouden worden bij zo’n uitslag en werd er nauwelijks een verdediging opgebouwd voor het geval dat de Britten wel voor een Brexit stemmen.
Dat betekende bijvoorbeeld dat beleggers opties kochten of opties schreven dat de dollar minder en het Britse pond meer waard zou worden. Voor iemand die een optie op een zwakkere dollar of een sterkere pond kocht zou een stem voor het blijven in de EU geld kunnen opleveren. Een belegger die een optie schreef, dus aan iemand anders het recht heeft verkocht tegen een vaste prijs dollars of ponden van diegene die de optie geschreven heeft te kopen, dat de dollar in waarde zal stijgen en het Britse pond zwakker zou worden, zou dus geld verdienen als die scenario’s niet uitkomen. Immers, de premies zijn binnen maar geleverd hoeft er niet te worden. Niemand gaat zijn recht uitoefenen om dollars te kopen tegen 1,13 in EUR/USD als de prijs op de beurs 1,11 EUR/USD is.
Komen die scenario’s dus wel uit, dan verliest iemand die opties heeft geschreven geld. Hij krijgt namelijk verzoeken van de kopers ervan om te leveren, bijvoorbeeld dollar te leveren tegen een koers van 1,10 in EUR/USD.
Omdat veel beleggers opties schrijven zonder de onderliggende waarde in huis te hebben, in dit geval dollars, en leveren verplicht is, moeten ze zelf, onverwacht, dollars eerst kopen. Het gevolg: de vraag ernaar stijgt, het aanbod zakt juist (iedereen die dollars heeft, houdt eraan vast) en de prijs vliegt omhoog. Vlucht naar een veilige haven in het algemeen betekent veel meer vraag naar het goud, Zwitserse franc en Duitse Bunds dan het aanbod ervan, waardoor al die zaken duurder worden.
Dé hamvraag is, of de forse daling van het Britse pond structureel zal zijn. De kans dat het Britse pond de komend tijd, en dan moeten we aan maanden denken, onder druk blijft staan, is groot. In de eerste plaats omdat een andere onzekere factor, hoe gaan het Verenigd Koninkrijk en de EU uit elkaar, nog moet optreden, de onderhandelingen erover beginnen pas in oktober, zo is de verwachting.
Britse economie krijgt een forse klap
In de tweede plaats, omdat het mogelijk is dat de Britse economie een forse klap krijgt naar aanleiding van Brexit. Bedrijven kunnen uit voorzorg minder gaan investeren of zelfs productie reduceren, wat voor meer ontslagen, lagere consumptie en lagere economische groei, zo niet een recessie kan zorgen.
In dat geval zou de Britse centrale bank het monetaire beleid nog verder verruimen, iets wat uiteraard slecht nieuws zou zijn voor het Britse pond. Ook de Britse regering kan dieper in het rood gaan staan om de economie te steunen, iets wat de zorgen over de toch al slechte financiële positie van Londen zou vergroten. De kans is ook groot dat mede daardoor de Britse Staat zijn gekoesterde Triple A kredietwaardigheid zal verliezen, wat het Britse pond ook minder aantrekkelijk zou maken.
Een zwakkere euro, een resultaat van het Britse besluit op de markten, komt de ECB in principe goed uit. Echter, de bank zal de Brexit beschouwen als een mogelijk risico voor de financiële sector, economische groei en financiële stabiliteit waardoor we er rekening mee moeten houden dat de ECB haar monetaire beleid de komende tijd verder kan verruimen.
Een nog ruimer en in ieder geval langer ruim monetair beleid, niet alleen in de eurozone en het Verenigd Koninkrijk maar zeer waarschijnlijk ook in de Verenigde Staten, met tegelijkertijd aanhoudende onzekerheid op welke manier de EU en het VK uit elkaar zullen gaan en wat de economische gevolgen voor beide zullen zijn klinkt als een prima omgeving voor edelmetalen, zoals goud, zilver of platina.