Maakt u zich geen zorgen over de confiscatie van goud
12 juni 2015
Het IMF opperde al een idee om een eenmalige belasting van 10% op spaargeld te heffen. Maar is goud dan wel gevrijwaard van een mogelijke confiscatie? Hier de redenen waarom u zich geen zorgen hoeft te maken over een confiscatie van goud. Ook bekijken we de kans op een confiscatie van spaargeld.
Sluimerende angst voor goudconfiscatie
Om een of andere reden sluimert er altijd de angst onder goudbeleggers dat overheden in de toekomst goud zullen confisqueren. Niettemin is het risico op een confiscatie van goud zo miniscuul dat het niet loont om er rekening mee te houden. Van groter belang zijn mogelijke deviezenbeperkingen en de confiscatie van spaargeld.
De hoofdreden dat men zo bezorgd is om een mogelijke confiscatie van goud is historisch. In 1933 gaf president Roosevelt het bevel om al het goud van Amerikaanse ingezetenen te confisqueren. Maar de confiscatie van goud is geen serieuze bedreiging in het actuele monetair stelsel, omdat goud geen geld meer is.
Blik in het verleden: de Amerikaanse confiscatie van goud in 1933 door president Roosevelt
Wat Roosevelt beoogde was duidelijk. Hij gaf de sterke dollar de schuld van de Grote Depressie. De munt devalueren, meende hij, zou het leed verhelpen. Maar een groot verschil met vandaag de dag is echter dat de dollar aan goud was gekoppeld. De dollar was in feite een bonnetje dat ingeruild kon worden voor goud, het echte geld.
Tegenwoordig kunnen centrale bankiers echter met een druk op de knop de eigen munt devalueren. Dit was onder de goudstandaard uitgesloten. Er was toen maar één uitweg: al het goud confisqueren en de 'prijs van goud' verhogen, oftewel, een dollar 'minder waard maken'.
Het aantal uitstaande dollars hing direct af van de hoeveelheid goud in het bancair stelsel. De hoeveelheid dollars kon niet zomaar vergroot worden zonder meer goud aan te houden. De inflationaire macht van de Federal Reserve was beperkt.
Op 5 april 1933 zette president Roosevelt daarom zijn handtekening onder 'Executive Order 6102', waarin alle Amerikaanse burgers gedwongen werden hun goud af te staan tegen een prijs van $20,67 (ongeveer $376,58 vandaag). Ook werd het bezit van goud illegaal verklaard.
Strikt gezien betekent confiscatie overigens een inbeslagneming zonder dat daar een vergoeding tegenover staat, maar omdat in de praktijk overheden steevast te weinig betalen kunnen we voor alle praktische doeleinden de termen confiscatie, inbeslagneming en nationalisatie als synoniemen beschouwen.
Een confiscatie van goud gaat altijd gepaard met een verbod op goud. Een 'verzekering tegen confiscatie' is, los van de twijfelachtige kans dat er ooit een uitkering plaatsvindt, absurd omdat het na een confiscatie verboden is om goud te bezitten.
In 1934 sloot Roosevelt zijn confiscatie-oeuvre af met de 'Gold Reserve Act', waarbij de goudprijs in dollars van $20,67 tot $35 per troy ounce werd verhoogd, een onvervalste devaluatie van 40% van de dollar. Hij wilde onbeperkte macht over de geldhoeveelheid om het volk de illusie te geven dat de economie groeide, ondanks dat dit alleen nominaal en niet reëel (gecorrigeerd voor de koopkracht) was.
Confiscatie van zilver in 1933
Wat minder mensen weten is dat president Roosevelt in de jaren '30 ook zilver liet confisqueren, zelfs terwijl zilver destijds geen wettig betaalmiddel was. De reden was precies dezelfde als voor de confiscatie van goud: om een grotere monetaire inflatie te scheppen.
In een poging de geldhoeveelheid te vergroten, werd het inbeslaggenomen zilver gebruikt om nieuwe wettige betaalmiddelen de economie in te pompen in de vorm van muntgeld en zilvercertificaten. De confiscatie van zilver in 1934 veranderde zilver wederom in een monetair edelmetaal, terwijl voor die tijd goud een alleenheerschappij had.
Zilver bleef een monetair metaal tot begin jaren '60.
Waarom de confiscatie van goud geen serieuze bedreiging is
Het grote verschil met vandaag is echter dat president Obama en Fed-voorzitter Yellen helemaal geen goud hoeven te confisqueren om de dollar te devalueren. Yellen kan met een druk op de knop alle dollars creëren die ze wenst. In tegenstelling tot haar voorganger in 1933, is haar macht niet beperkt door een koppeling aan goud of andere rigide reserve-eisen. De Fed kan alles en mag alles. Beruchte centrale banken zoals recent de Banco Central de Venezuela (BCV) gingen de Fed al voor in de 21e eeuw.
Goud legt geen beperkingen meer op aan de almacht van overheden en centrale banken om geld uit te geven, te lenen en de geldhoeveelheid te inflateren, waardoor er geen reden bestaat voor overheden om goud te confisqueren of er ook maar om te geven.
Kortom, een overheid hoeft in het huidig monetair stelsel geen goud te confisqueren om de munt te devalueren. De enige aanleiding voor een confiscatie van goud, is een volledige ineenstorting van de munt (een 'catastroffehausse', in de woorden van econoom Ludwig von Mises).
Maar daarbij dienen we gelijk op te merken dat een volledige ineenstorting van een munt zeker niet in het belang van de status quo is. Voor Janet Yellen, de overige Fed-bestuurders en Amerikaans president Obama is het einde van de dollar zeker geen zegen.
De Noodwet financieel verkeer en de confiscatie van goud
Bijzonder veel goudbeleggers zijn bekend met de Noodwet financieel verkeer van 1978. Het is voor sommigen zelfs de reden om te vrezen voor een confiscatie en hun goud in de tuin te begraven.
Wat staat er nu precies in die noodwet?
Onder hoofdstuk XII, Financieel verkeer met het buitenland, staat Artikel 26 van de Noodwet. Deze leest: "Onze Minister is bevoegd - zo nodig in afwijking van andere wettelijke regelingen - voorschriften te geven ten aanzien van de financiële betrekkingen met het buitenland, alsmede ten aanzien van het vorderen van gouden munten, fijn goud, alliages van goud (onbewerkt of halffabrikaat) en buitenlandse activa van ingezetenen. Tenzij bijzondere omstandigheden dit naar zijn oordeel onmogelijk maken, oefent hij deze bevoegdheden niet uit dan in overeenstemming met Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij."
Wie deze tekst leest en economie begrijpt, snapt dat deze noodwet verwijst naar een situatie die ik eerder een 'catastrofehausse' noemde, een totale ineenstorting van de munt. U moet denken aan de Weimarrepubliek (Duitsland) in 1923, Argentinië in 2002 of IJsland in 2008 (ik raad u van harte het boek Deep Freeze: Iceland's Economic Collapse van mijn gewaardeerde collega's Philipp Bagus en David Howden aan).
Ongeacht wat er met de binnenlandse munt gebeurt, wordt goud internationaal altijd geaccepteerd door schuldeisers. Voor buitenlandse activa — van kasgeld tot aandelen — geldt uiteraard hetzelfde. Niemand wil waardeloze marken, pesos of kronen, maar goud of waardevolle activa gedenomineerd in vreemde valuta van waarde.
Wees bezorgd om deviezenbeperkingen, niet om een confiscatie van goud
Waar de overheid macht over wil hebben, is de officiële munt. In 1933 was dat goud en tegenwoordig is dat de dollar in de Verenigde Staten en de euro in Nederland. Men wil de geldstromen controleren en beheersen, en daarom moet u eerder bevreesd zijn voor de confiscatie van spaargeld en beperkingen op het gebruik van geld dan voor de confiscatie van goud.
Vanuit dit oogpunt kan ook de tendens naar het verbieden van cashtransacties gezien worden. Door meer geld binnen het bancaire stelsel te houden, kunnen banken meer krediet verlenen door giraal geld te scheppen. Bovendien kunnen geldopnames binnen een kwestie van minuten beperkt of stilgelegd worden.
Een groot probleem met de confiscatie van goud is, is dat weinig mensen momenteel goud bezitten. Een confiscatie van vermogen ligt daarom, puur kijkend naar de omvang, meer voor de hand. Maar vermogen kan niet zomaar 'geconfisqueerd' worden. Het zou betekenen dat er een enorme verkoopgolf ontstaat op financiële markten. Een gigantische financiële crisis is het gevolg.
Enkel de liquide spaargelden liggen voor het oprapen.
Deze kunnen heel eenvoudig geconfisqueerd worden. Morgen zegt de overheid dat 10% van al het spaargeld nu overheidsbezit is, noemt het een 'crisisheffing', en klaar is kees. Het enige wat hoeft te gebeuren is een kleine boekhoudkundige correctie in de boeken van commerciële banken. Voor de rest zijn er geen secundaire gevolgen, enkel een verarming van spaarders. Spaarders die het al zo zwaar te verduren hebben gehad vanwege het gemakkelijk geldbeleid van centrale banken overal ter wereld.
Beperkingen op geld geen toekomstig probleem, maar juist actueel
Beperkingen op geld zijn geen potentieel toekomstig probleem. Deviezenbeperkingen bestaan al in kleinere of grotere mate in bijna ieder land. Bijna overal zijn er beperkingen op:
- het overboeken van geld naar een ander land;
- het overboeken van geld tussen verschillende rekeninghouders;
- de hoeveelheid giraal geld die omgezet kan worden in chartaal geld.
Vooral het laatste is actueel. Ik schreef eerder dat chartaal geld het enige echte geld is, want geld = centrale bankpassiva tegenwoordig, en dat giraal geld geen geld is, maar een direct opeisbare schuldvordering op de bank. Vroeger was goud geld. Tegenwoordig zijn centrale bankpassiva geld, omdat we niet langer bij de centrale bank goud kunnen opvragen.
Als dit geen deviezenbeperkingen zijn, wat zijn het dan wel?
Deviezenbeperkingen zullen in de toekomst waarschijnlijk strenger worden. Beleggers met veel belegbaar vermogen doen er daarom verstandig aan om deze tendens voor te zijn en hun vermogen internationaal te spreiden. Zelfs als u zich druk maakt over een confiscatie van goud, kunt u dit risico beheersen door uw goud op verschillende locaties in de wereld op te slaan. Bij ons kunt u uw risico spreiden over meerdere edelmetalen (goud, zilver en platina) en meerdere kluislocaties (Amsterdam, Frankfurt, Zürich en binnenkort Singapore).
Voor personen met een bescheidener vermogen is het wellicht handig om de mogelijkheden te onderzoeken een tweede paspoort te bemachtigen als bescherming tegen toekomstige beperkingen op onze (economische en wellicht politieke) vrijheid.