De Fed anno 2022: nederig, bescheiden en flexibel
4 februari 2022
De zijwieltjes kunnen eraf! Dat is in de kern van de persconferentie van Jerome Powell, voorzitter van de Fed, na de vergadering van het rentecomité van de bank.
De Amerikaanse economie is inmiddels sterk genoeg en heeft niet meer de hoge mate van steun die het had afgelopen jaren, nodig om door te kunnen groeien. De Fed past zich daarom aan aan de veranderde en veranderende economische omgeving.
Sterker nog
Dat de Amerikaanse economie sterk genoeg is, ziet de Fed aan de arbeidsmarkt. Die is volgens Powell zeer sterk, met honderden duizenden nieuwe banen per maand erbij en het werkloosheidspercentage dat inmiddels weer onder de 4 procent ligt.
De arbeidsmarkt is zo sterk, aldus Powell, dat die hogere rentestanden kan hebben. Er is volgens de topman van de centrale bank in Washington “nogal wat ruimte om rentes te verhogen zonder dat de arbeidsmarkt eronder lijdt.” Ofwel: de geplande 3 of zelfs 4 renteverhogingen die de Fed van plan is door te voeren dit jaar, kunnen gewoon doorgaan. Sterker nog, Powell wilde niet uitsluiten dat de bank de officiële rente elke vergadering dit jaar – er zijn er nog 7 te gaan – kan opkrikken! Dit betekent dat er dit jaar, in tegenstelling tot voorgaande jaren, géén onbelangrijke Fed-vergaderingen zullen zijn.
Zorgen voor maximale werkgelegenheid, ofwel een goed draaiende arbeidsmarkt, is één van de taken die de Fed heeft. In dat deel van het mandaat van de bank staat het licht op groen voor renteverhogingen.
Het tweede deel van de opgave die de Fed heeft, is zorgen voor lage inflatie, wat de bank definieert als 2 procent geldontwaarding per jaar. Toen Powell zei dat de inflatie duidelijk hoger ligt, zei hij niets nieuws. Zelfs de vogels in de lucht in de VS weten dat de prijzen in decennia niet zo hard zijn geklommen als de afgelopen maanden. Dat Powell aangaf dat de tijdelijke factoren die daarvoor zorgen sterker en langduriger zijn dan eerder werd verwacht, dat inflatie breder wordt gedragen dat door de hoge energieprijzen alleen en dat het risico dat de inflatie niet alleen langer te hoog zal zijn maar zelfs nog verder kan klimmen, was een meervoudige onderstrepen van de vrees dat de bank zal falen op haar tweede mandaat als ze niet in actie komt. Ofwel: ook op dit terrein geldt dat het licht op groen staat voor renteverhogingen.
Minder staats- en bedrijfsobligaties opkopen
Hoe vastberaden de Fed is op het monetaire roer om te gooien, was duidelijk te merken aan een aantal additionele zaken.
Zo was er de toon van de persconferentie. De nadruk lag vooral op de risico’s dat de inflatie te lang te hoog zal zijn en op middellange termijn boven het streefpercentage van de Fed zal uitkomen.
Daarnaast benadrukte Powell de verschillen tussen 2022 en 2015, het jaar waarin de Fed voor het laatst begon met rente te verhogen en die na enige tijd weer halsoverkop ongedaan moest maken, vooral omdat de aandelenkoersen zakten waardoor financiële instabiliteit dreigde.
De afgelopen dagen reageerden de financiële markten wederom nerveus op de plannen van de Fed maar de bank lijkt zich daar voorlopig in ieder geval niet veel aan te trekken. Powell zei tijdens de persconferentie dat de bank op de reële economie let. Voor de goede luisteraar was dat detail een veelzeggende boodschap. Als economen het over reële economie hebben, dan hebben ze het namelijk over de totale economie minus de financiële sector en markten! Blijkbaar is de Fed van mening dat de Amerikaanse huishoudens tegenwoordig weerbestendiger zijn dan destijds en ziet de bank de recente nervositeit op de markten als niets anders dat de aanpassing van de markten aan de nieuwe koers van de Fed.
2022 wordt het jaar waarin we geleidelijk aan het zeer ruime monetaire beleid minder ruim gaan maken, aldus Powell, en voegde toe dat het monetaire beleid uiteindelijk van ruim naar krap zal overslaan. Daarbij sloeg hij een zeer realistische toon aan. De Fed moet, in zijn woorden, “nederig, flexibel en bescheiden” zijn omdat de onzekerheid waarmee de bank te maken heeft, groot is.
En om het voor iedereen helder te maken hoe de Fed tegen de huidige hoge inflatie aankijkt, zei Powell: “inflatie is slecht.” Ik ken centrale banken en centrale bankiers die dat maar niet over hun lippen krijgen, waar nederigheid en bescheidenheid ver te zoeken zijn en die in deze bovengemiddeld onzekere wereld vrij zeker zijn van hun inschattingen. Ik noem geen namen maar omdat ik Hints een leuk spelletje vind: drie woorden, de rivier Main stroomt door de stad waar deze centrale bank gehuisvest is.
Wat de plannen van de Fed betreft overigens: ik moet het nog zien wat ervan in werkelijkheid zal komen. Er zijn te veel bekende risico’s – om nog te zwijgen over onbekende – die de plannen van Powell kunnen dwarsbomen.
En de ECB?
Omdat Christine Lagarde tijdens de persconferentie meermaals weigerde te herhalen dat een renteverhoging dit jaar ‘zeer onwaarschijnlijk’ is en omdat ze niets deed de ontstane verwachtingen over renteverhogingen door de ECB dit jaar al weg te nemen, is bij veel analisten een havikachtige nasmaak blijven hangen van de laatste vergadering van het ECB-bestuur.
In mijn optiek is hier sprake van overdrijven, al dan niet aangespoord door het feit dat de Fed duidelijk het roer om wil gooien en de Britse centrale bank dat al heeft gedaan, met een nieuwe renteverhoging gisteren (met 25 basispunten waarbij het weinig scheelde of het was een stap van 50 basispunten geweest!) én het voornemen om de berg van opgekochte staatsobligaties te reduceren.
Lagarde klonk inderdaad relatief havikachtig maar dat is ook niet al te moeilijk, gegeven haar eerdere uitlatingen. Zij kon ook niet doen alsof er niets aan de hand is, nu de jaarlijkse inflatie in de eurozone in januari verder gestegen is waar een daling werd verwacht.
Zij gaf aan dat de ECB verwacht dat de economie in het eerste kwartaal zal kwakkelen om daarna sterk te herstellen, mede omdat het remmend effect van de pandemie met elke nieuwe virusgolf milder lijkt te zijn. De inflatie lijkt langer te hoog te blijven dan de ECB had verwacht en wordt steeds breder gedragen (ofwel, de inflatie wordt niet alleen door de hoge energieprijzen veroorzaakt). De kans dat de inflatie op termijn hoger zal uitvallen, is volgens de bank hoger dan dat de geldontwaarding lager zal uitpakken.
Die verwachtingen in combinatie met eerder genoemde weigering te herhalen dat een renteverhoging dit jaar ‘zeer onwaarschijnlijk’ is, geeft inderdaad aanleiding om een renteverhoging te verwachten.
Daar staat echter tegenover dat Lagarde óók zei nog steeds te verwachten dat de inflatie in de loop van 2022 zal dalen én dat de bestaande regel binnen de ECB, namelijk dat rente omhoog kan alleen nadat de bank stopt met het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties, blijft gelden.
Als de bank vasthoudt aan de plannen over het opkopen, dan zal ze daar voorlopig niet mee stoppen en zal dus een renteverhoging niet kunnen plaatsvinden. De enige manier die afspraak de eerbiedigen en de rente dit jaar op te krikken, zou zijn als de bank eerder met het opkopen van schuldpapier zou stoppen. En zelfs dan is het maar de vraag hoe snel de ECB met een renteverhoging aan zal komen.
De reden is dat de lat om dat te doen nog steeds hoog blijft liggen, ook na de recente inflatiecijfers. De ECB stelt dat de officiële rentes op hun huidige niveau of lager blijven totdat de bank concludeert dat de inflatie tot twee jaar vooruit naar 2 procent zal stijgen en de ECB overtuigd is dat die stijging structureel is én het bestuur van de bank oordeelt dat de onderliggende inflatie (inflatie zonder energie- en voedselprijzen) voldoende opgelopen is. Daar komt nog bij dat de ECB zegt dat het bovenstaande ‘kan betekenen dat de inflatie gedurende een overgangsperiode gematigd boven de doelstelling uitkomt’, lees als inflatie ook na de verwachte daling boven het streefpercentage blijft, zal de bank dat enige tijd gedogen.
Als de ECB dit jaar het beleid wijzigt, dan is de kans groot dat dat die vorm zal krijgen, namelijk minder opkopen van staats- en bedrijfsobligaties en niet zozeer een renteverhoging inhouden. Een renteverhoging tot december lijkt mij dan ook onwaarschijnlijk en de kans op eentje in december laag, zij het iets hoger dan voor de bestuursvergadering van de bank begin februari. Het zou mij niet verbazen als de sterk opgelopen verwachtingen over het aantal renteverhogingen door de ECB dit jaar, de komende tijd net zo rap afnemen.