De Fed heeft zojuist de controle verloren
18 november 2016
Herinnert u zich het nog? Dat verdraaide “quantitative easing”? Volgens de naïeve gold bugs ging deze expansie van centrale-bank-passiva (dollarbiljetten en deposito’s van de centrale bank) tot hyperinflatie leiden. Overigens, wanneer u de term monetaire basis hoort, dan verwijst dit naar deze hoeveelheid centrale-bank-passiva. Deze week kwam ik de voormalig voorzitter van de Federal Reserve in Cleveland tegen, de maker van de monetaire basis als statistiek, en die liet me zien waarom de Federal Reserve de controle over het monetair beleid zojuist verloren heeft.
Dit was “quantative easing” in de VS
“Quantitative easing”, of QE, begon in de VS vlak na de crisis. Omdat de rente al verlaagd was tot nu, ging de Fed-voorzitter van destijds, Ben Bernanke, over tot dit extreme middel. QE bestond uit het opkopen van langjarige US Treasuries (Amerikaanse staatsobligaties) en mortgage backed securities (MBS, verzamelingen van hypotheken) voor een vast bedrag elke maand en een vaste looptijd. Ook begon de Federal Reserve rente uit te keren op deposito’s die banken bij de Fed aanhouden, iets wat vroeger nooit het geval was.
Het gevolg was de fameuze “hockey stick”-grafiek, waarin we de monetaire basis meerdere honderden procenten zagen stijgen. Voor velen het moment om af te kondigen dat we op de rand van een hyperinflatie stonden.
Wat zijn de gevolgen van QE voor monetair beleid?
Het probleem is echter dat sinds QE de doelstellingen en indicatoren die de centrale bank gebruikt niet langer werken. Ze geven niet langer de informatie die beleidsmakers nodig hebben om beslissingen te nemen. Laten we naar een paar specifieke gevolgen kijken:
- QE vergrootte de monetaire basis enorm, voornamelijk door deposito’s te scheppen die banken bij de centrale bank aanhouden. Deze deposito’s vormen “reserves” voor de banken. Deze banken hebben dankzij QE een hele grote stapel “excess reserves” of veel meer reserves dan de banken als minimum dienen aan te houden.
Hoe dan ook, vroeger gebruikte de Fed deze markt voor “bankreserves” om de korte termijn rente tussen banken te beïnvloeden. Om deze interbancaire rente omhoog te schroeven, haalde men reserves uit het systeem, en om deze interbancaire rente omlaag te duwen, schept men wat extra reserves en vergroot de Fed zo het aanbod voor bankreserves. Vraag en aanbod.
Dit is niet langer mogelijk. De Fed kan niet langer de interbancaire rente bepalen door reserves toe te voegen of weg te halen.
Een voorbeeld: de Fed verhoogde de rente afgelopen december (alweer bijna een jaar geleden). Wat gebeurde er met de rente op US Treasuries? Die daalden.
- De Fed kan alleen nog de rente op deposito´s van banken bij de centrale bank zelf wijzigen en zo de marktrente beïnvloeden. Terwijl de Fed voorheen de rente tussen banken beïnvloedde, beïnvloedt het tegenwoordig op een veel directere manier marktrentes.
- Toezichthouders vereisen banken tegenwoordig om te voldoen aan “liquidity coverage ratio´s”. Afhankelijk van de activa van een bank, wordt een bank door de toezichthouder (niet de Fed!) gedwongen om een bepaald percentage in bankreserves aan te houden. Dat betekent echter dat de doelstelling om “stabiliteit in de financiële sector” af te dwingen ten koste gaat van de effectiviteit van de monetaire middelen die de Fed tot haar beschikking heeft.
- De Federal Reserve, en centrale banken in het algemeen, hebben onvoldoende kennis en ervaring over deze nieuwe middelen die zij gedwongen zijn om te gebruiken sinds quantitative easing.
Kortom, dankzij quantitative easing werken de oude middelen van de Fed niet meer om hun doelstellingen te behalen. Nu varen zij op een nieuw middel: het veranderen van de rente op deposito´s die banken aanhouden bij de bank. De afgenomen invloed van de Fed werd al pijnlijk duidelijk toen men in december de rente verhoogde, maar belangrijke marktrentes zoals de rente op US Treasuries juist daalde. Het valt te bezien dat als er straks grote veranderingen zijn, een toename in inflatie of een nieuwe crisis bijvoorbeeld, of de Fed zich in de nesten heeft gewerkt en de controle is verloren over het monetair beleid. Dat zou de grote paradox zijn van de enorme opkoopprogramma´s genaamd QE en zou het einde van centrale-bank-almacht betekenen.