Dit vertelde de ECB niet toen ze de rente negatief maakte
22 april 2016
Negatieve rentes zijn een eerste stap naar wat econoom Ludwig von Mises ooit beschreef als een ‘catastrofehausse’, een vlucht in reële waarden. De vraag naar giraal geld daalt schrikbarend. Mensen onttrekken massaal geld uit het systeem door ofwel contant geld op te nemen ofwel banktegoeden in ‘hard assets’ om te zetten. Voor het eerstgenoemde heeft de ECB al een oplossing. De ECB suggereerde deze oplossing, tussen neus en lippen door, luttele maanden nadat het voor het eerst de rente negatief maakte. En wat u hieronder leest belooft weinig goeds.
Ik stel u voor: Silvio Gesell
Door puur toeval kwam een collega van mij deze speech tegen van de Franse econoom Benoît Cœuré, bestuurslid van de ECB. Cœuré hield deze speech luttele maanden nadat Draghi geschiedenis schreef door de rente op overtollige bankreserves negatief te maken.
En uitgerekend in deze speech wordt de oude Silvio Gesell (1862 – 1930) weer van stal gehaald.
Vroeger gezien als ‘monetary crank’, vandaag de dag populairder dan ooit. In ieder geval binnen ECB-kringen.
Silvio Gesell was de eerste die een ‘heffing’ bepleitte op het ‘ongebruikt laten’ van papiergeld. Papiergeld, toentertijd nog veel belangrijker dan nu, moest letterlijk een loopduur krijgen. Wat Gesell in wezen bepleitte, was een systeem waarin bankbiljetten (een soort krediet!) geen oneindige looptijd mochten hebben. Als een bankbiljet een ‘einddatum’ heeft, dan zal de waarde van dit biljet langzaam afnemen. Hoe dichter bij de einddatum, hoe waardelozer het biljet.
Of zoals Cœuré zelf opmerkt dat Gesell’s voorstellen niet bepaald breed gedragen werden:
“In fact, the idea of negative interest rates, or “taxing money”, goes back to the late nineteenth century, to Silvio Gesell, the German founder of “Freiwirtschaft”. The historic academic opinion on Gesell is divided. Irving Fisher supported him and John Maynard Keynes called him “a strange, unduly neglected prophet”, others a “typical monetary crank”.”
Voilà, hét model voor een negatieve rente op chartaal geld.
ECB blaast het systeem op en weet het
De ECB is zich er dus volledig van bewust dat het grote risico’s loopt door het negatieve-rentebeleid. Het risico dat mensen geld onttrekken uit het systeem, zeker als de spaarrente negatief wordt, neemt toe. En de eerste reactie van mensen (en zeker ook banken), is dan om cashgeld aan te houden. Want in feite heeft chartaal geld een nulrente. De nominale waarde neemt niet af noch toe.
Totdat de ECB de ‘Gesell-regel’ invoert.
Men wil de nominale waarde van contant geld ieder jaar afromen, met als (vermeende) rechtvaardiging de ‘maatschappelijke kosten’ van contant geld.
En dat is precies waar de speech van Cœuré (Life below zero: Learning about negative interest rates) over ging. Men zoekt een (pseudowetenschappelijke) verdediging om de carrying cost van contant geld te verhogen. De carrying cost van contant geld bestaat nu uit het transport en opslag van biljetten, en is verwaarloosbaar.
De rechtvaardiging voor een belasting op geld
Wat is de rechtvaardiging voor deze ‘Gesell-belasting’?
Contant geld behelst een enorme maatschappelijke kostenpost, zo zegt Cœuré. De ECB schat dat de private kosten van chartaal geld gemiddeld 1,1% van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. De maatschappelijke kosten per transactie in contant geld zou 2,3 eurocent zijn.
Dus wat moeten overheden en de ECB doen om dit ‘marktfalen’ op te lossen? Simpel: een belasting invoeren op contant geld.
Dat het doel eigenlijk niks te maken heeft met ‘marktfalen’ en/of het verlagen van denkbeeldige ‘maatschappelijke kosten’, maar met het feit dat de ECB absolute almacht wenst, wordt er straks niet bij verteld.
Uiteraard is het argument absurd. Als de overheid morgen een studie publiceert waarin ze beweert dat iedereen gek is omdat consumenten massaal iPhones kopen die €300 euro duurder zijn maar dezelfde specificaties hebben als alternatieve telefoons, en daarom een belasting op iPhones wil instellen om de ‘maatschappelijke kosten’ te verlagen, dan verklaart iedereen de autoriteiten voor gek.
Maar wanneer het een betaalmiddel betreft, is het ineens een rechtvaardiging voor een belasting op het aanhouden van contant geld?
Onzin.
De oorlog tegen contant geld – een van de weinige middelen van het volk om de macht van de ECB te beperken zonder over te stappen op alternatieve munten – is een groot gevaar voor onze vrijheid. Hoe groter de macht van de ECB, hoe beperkter onze vrijheid om te kiezen.
Vlucht in vaste waarden
Uiteraard is dat maar één stap naar de verdoemenis. Want als men ook een negatieve rente betaalt op cash, dan zal men op zoek gaan naar vaste waarden, zoals goud. De populairste daarvan zal als eerste ontmoedigd worden door belastingen en aankooprestricties.
Zo lang de grote bazen bij de ECB ervan overtuigd zijn dat zij, door het geldaanbod te manipuleren, een economie kunnen ´stimuleren´, zullen zij niet stoppen.
En de gevolgen zijn desastreus. Economisch gezien zal de rekening gepresenteerd worden in de toekomst, en sociaal gezien wordt de vrijheid om te kiezen en te handelen steeds verder beperkt.
Kent u dit proefballonnetje nog?
Eerder liet het IMF al een proefballonnetje op. Met de enorme publieke schuldenlast in het vooruitzicht, sprak men hardop over het afromen van spaarrekeningen. Als we ieders bankrekening tegelijkertijd met 10% afromen, onder het mom van een noodgeval, dan zal niemand piepen. Die 10% wordt vervolgens overgeboekt naar overheden. Kortom, met een kleine boekhoudkundige ingreep kunnen overheden zo de publieke schuldenlast verlagen.
Ironisch genoeg gaan er tegelijkertijd stemmen op om juist bij iedereen geld bij te schrijven. U bent waarschijnlijk doodgegooid met de term ‘helikoptergeld’. Het is een van de laatste middelen uit de Keynesiaanse gereedschapskist om ‘de economie te stimuleren’. Centrale bankiers zullen dit middel niet schuwen. Het enige wat ze nu proberen, is zo snel mogelijk uitzoeken hoe de praktische uitvoering eruit zal zien.
Linksom of rechtsom zal de ECB slagen in haar tocht om de inflatie aan te wakkeren. Maar de economie aanjagen zal het nooit. Het zal hoogstens een tijdelijke ‘boom’ ontketenen, gevolgd door een periode van tegenspoed en leed. Met het extra gevaar dat men de euro opblaast; een gevaar dat de gehele tijd op de loer zal liggen.
Het zal niet de eerste keer zijn dat een centrale bank in haar dadendrang haar boekje te buiten gaat en de gehele munt – waarop het een productiemonopolie heeft — vernietigt.
Goudbeleggers doen er in dit licht goed aan om uit voorzorg goud op te slaan buiten de Europese Unie, bijvoorbeeld in Zwitserland. Het betekent ook dat goudbeleggers goed gepositioneerd zijn op het moment dat deze vlucht in reële waarden zich ontvouwt.
Blijven waar u zit, dus.