Fed en de ECB komen van twee verschillende planeten
17 december 2021
Fed en de ECB komen van twee verschillende planeten
Als het gilde van de centrale bankiers een eigen volkslied zou moeten hebben, dan zou ik het lijflied van Feyenoord-supporters, ‘geen woorden maar daden’ voorstellen. Het vertrouwen dat de centrale banken genieten van een groot (maar wel steeds kleiner) deel van de bevolking, stelt ze in staat om een tijdlang vooral met woorden te kunnen werken zonder daadwerkelijk actie te ondernemen. De recente stijging van de inflatie is een goed voorbeeld. De geldontwaarding klom rap, van om en nabij 0 procent naar inmiddels 5 procent of zelfs meer. Toch konden de centrale banken zoals de Fed en de ECB, stoelend op het eerdergenoemd vertrouwen, het zich veroorloven het zeer ruime beleid niet te wijzigen met als argument dat de inflatie vooral door tijdelijke factoren opgedreven wordt en dus mettertijd weer zal terugvallen.
woorden-wapen
Maar dat het vertrouwen in ze de centrale banken in staat stelt een tijdlang slechts woorden te gebruiken zonder daar daden bij te voegen, betekent níet dat ze daarmee eeuwig door kunnen gaan. Er komt een moment waarop daden moeten volgen; gebeurt dat niet, dan dreigt het vertrouwen verder af te kalven, de economische groei afgeremd te worden en zijn de centrale bankiers verder van huis, vooral omdat het woorden-wapen in de toekomst niet meer gebruik kan worden omdat weinigen ze zouden geloven.
Bij de Fed onder aanvoering van Jerome Powell, begrijpen ze dat heel goed, getuige de persconferentie op 15 december. De tijdelijke factoren die de inflatie opstuwen, zijn sterker en hardnekkiger, aldus de Fed-topman om meteen toe te voegen dat de kans dat hoge inflatie diepe wortels schiet in de economie, toegenomen is.
Dat is op het moment niet het geval, aldus Powell, maar omdat de káns daarop toegenomen is, moet een prudente centrale bank in actie komen. Ofwel: de tijd voor woorden is geweest, het is tijd voor daden om niet alleen hoge(re) inflatie op korte termijn te voorkomen maar ook op middellange termijn. Het was een verademing Powell te horen zeggen dat “hoge inflatie een bedreiging is voor volledige werkgelegenheid en economische ontwikkeling”. We hebben, aldus de Fed-voorzitter, “een lange economische expansie nodig” en die kunnen we op ons buik schrijven als de inflatie hoog blijft. Iets wat iedere student monetaire economie weet maar wat veel centrale bankiers schijnbaar óf vergeten zijn óf besloten hebben te negeren. Daarom was het een verademing Powell dat te horen zeggen, ook omdat dat geluid vanuit de ECB niet te verwachten is helaas.
Daar komt vervolgens bij dat de arbeidsmarkt in de VS zich sterk ontwikkelt en de economische groei en vooruitzichten daaromtrent goed zijn. Door de ontwikkelingen op de terreinen van inflatie, arbeidsmarkt en economie heeft de economie niet dezelfde mate van steun nodig als dat die tot nu toe kreeg van de Fed. En dus kondigde Powell aan dat de bank de afbouw van het opkopen van staatsobligaties, het zogeheten taperen, zal versnellen en in maart ermee klaar zal zijn in plaats van in juni, zoals eerder de bedoeling is geweest.
Daarnaast verwacht de bank de officiële rente in 2022 3 keer op te krikken, gevolgd door evenveel verhogingen in 2023. Ervan uitgaande dat het verhogen, zoals gebruikelijk, in stappen van 25 basispunten zou geschiedenis, zou de officiële rente van de Fed eind 2022 uitkomen op tussen 0,75 en 1 procent en tegen de Kerst van 2023 tussen 1,50 en 1,75 procent. De Fed heeft de realiteit onder ogen gezien en handelt er vervolgens naar.
Door het voornemen binnenkort te stoppen met het opkopen van staatsobligaties en de officiële rente te verhogen, verwacht de bank dat de jaarlijkse inflatie in de VS volgend jaar 2,6 procent zal bedragen om vervolgens in 2023 naar 2,3 procent en in 2024 naar 2,1 procent te zakken. Enerzijds doordat de tijdelijke factoren die de inflatie tegenwoordig wel degelijk omhoog stuwen, weg zullen vallen maar ook door het gewijzigde Fed-beleid. Met andere woorden, de bank ziet de inflatie op middellange termijn naar het gewenste niveau zakken onder de voorwaarde dat ze het beleid aanmerkelijk minder ruim maakt.
Als we dat tot ons laten dringen, dan is het veel makkelijker iets over de timing van de renteverhogingen in 2022 te zeggen, zeker als we goed luisteren naar wat Powell zei:
· Om te beginnen heeft Powell gezegd dat de bank de officiële rente zal gaan verhogen nadat ze stopt met opkopen van staatsobligaties.
· Daarnaast zei hij dat waar in het verleden er behoorlijk wat tijd tussen het stoppen met opkopen en het verhogen van de rente zat, dat deze keer niet het geval zal zijn omdat de situatie er niet naar is lang te treuzelen.
We weten dus dat minstens twee renteverhogingen in 2022 nodig zijn om de inflatie op middellange termijn op het gewenste niveau te krijgen, dat taperen medio maart klaar zal zijn en dat tussen dat moment en de eerste renteverhoging niet veel tijd hoeft te zitten. Dat houdt in dat de eerste renteverhoging begin mei plaats kan vinden, tijdens de eerste vergadering van het rentecomité na het einde van de tapering medio maart (toevallig vergadert de Fed op hetzelfde moment, op 15 maart 2022).
De tweede renteverhoging zou dan plaats kunnen vinden tijdens de vergadering in juni of juli. Ik zie de Fed om minstens twee redenen niet wachten tot de vergadering in september. De eerste reden is dat er dan te veel tijd tussen de eerste en tweede verhoging zou zitten, waardoor men zich op de markten zou kunnen afvragen of de Fed de rente wel met overtuiging verhoogt. De tweede reden is dat ik vermoed dat de bank graag de renteverhogingen voor de herfst zal willen doorvoeren om niets te hoeven te doen aan de vooravond van de Amerikaanse parlementsverkiezingen in november. Dit om te voorkomen dat ze een onderdeel ervan wordt, in de zin dat politici vragen stellen bij de timing van de acties van de bank. Dit zeker omdat een eventuele derde renteverhoging rond die tijd zou moeten vallen; één is nog te billijken maar twee renteverhogingen te midden van een electorale strijd, dat zal de Fed, als het even kan, willen voorkomen.
De Fed is dus vastberaden behoorlijk in actie te komen volgend jaar. Maar we moeten er echter ook rekening mee houden dat het allemaal niet zo zal lopen als de Fed gepland heeft.
Ik denk dan niet zozeer aan eind 2018, toen de bank eveneens de rente aan het verhogen was en eens serie renteverhogingen in het vooruitzicht had gesteld, waarop de financiële markten in paniek raakten, de koersen daalden en de Fed gedwongen werd de geplande renteverhogingen van tafel te vegen en de reeds doorgevoerde terug te draaien. Tot voor kort was dat in mijn optiek een significant risico maar naar aanleiding van de persconferentie op 15 december en de reactie op de markten, acht ik dat gevaar kleiner.
Hoewel Powell einde van het opkoopbeleid en vrij snelle en behoorlijke renteverhogingen in het vooruitzicht had gesteld, stegen de aandelenkoersen daarop bijvoorbeeld. Dat zegt niet alleen dat de markt meent dat de monetaire verkrapping zodanig gekalibreerd zal zijn dat die een ongewenst hoge inflatie zal voorkomen zonder dat de economie eronder zal lijden, het betekent ook dat de Fed de markt heel goed voorbereid heeft op de boodschap van 15 december. Aankondiging van einde van het opkoopprogramma en maar liefst 6 renteverhogingen in twee jaar tijd kwamen daardoor niet als een verrassing voor beleggers met rust en verder stijgende koersen als gevolg.
Nee, als iets de plannen van de Fed dwarsboomt, dan zal dat een lagere economische groei zijn. Met het oog op 2022 is het grootste risico voor de groei de nieuwe coronavirusvariant. Afhankelijk van hoe die zich ontwikkelt, hoe besmettelijk die blijkt te zijn en hoe (in)effectief de bestaande vaccins ertegen blijken te zijn, kan de economische groei er hinder van ondervinden.
Powell was daar duidelijk over. Hoewel de bank de rente wil verhogen, zal ze dat niet doen als de economische situatie en vooruitzichten verslechteren.
Voorbij de vooral eerste helft van 2022 en omikron-variant van het virus, ik houd er rekening mee dat ook zonder een groeiafremmend effect uit die hoek, de economische groei in de tweede helft van het jaar aanmerkelijk zal vertragen. De meer dan goede vooruitzichten voor de groei de komende tijd zijn vooral te zien als een inhaalslag na de diepe val in 2020. Om het woord tijdelijk maar in een andere context te gebruiken: daardoor wordt de groei tijdelijk omhooggestuwd. Dat tijdelijke effect valt mettertijd weg, iets wat vanaf de tweede helft van volgend jaar waarschijnlijk zal gebeuren. De economische groei in 2023 kan dan wel eens aanmerkelijk lager uitkomen dan de Fed nu verwacht. In het kielzog daarvan en door de wegvallende eerdergenoemde eenmalige factoren, kan ook de inflatie lager uitkomen tegen die tijd.
Het zou dan ook niet verbazen als de Fed de monetaire teugels in de VS in de eerste helft van 2022 relatief aantrekt om het geplande verder aantrekken ervan in 2023 achterwege te laten.
Het besluit het voorgenomen beleid te wijzigen, kan op de interpretatie van Powell van slechts één belangrijk cijfer stoelen, weten we sinds woensdagavond! Powell zei toen: “Ik heb besloten tapering te versnellen door de hoge inflatie” iets wat hem duidelijk werd toen een index die de arbeidskosten voor werkgevers een hoge stijging liet zien, gevolgd door sterke banengroei en verder stijgende inflatie.
Het meest opvallende is dat Powell zo duidelijk zei “ik heb besloten”. Daaruit spreekt de invloed van de voorzitter van de Fed, zeker nu die opnieuw voorgedragen is als voorzitter van de bank voor een termijn van vier jaar. Het is het rentecomité dat het beleid bepaalt maar in de praktijk doet dat comité uiteindelijk wat de voorzitter ervan wil. En als Powell iets is, dan is dat hij pragmatisch is en zich niet door een of andere monetaire ideologie laat leiden. Dat pragmatisme zegt mij dat als de economische groei vanaf de zomer van 2022 afkoelt, net als de arbeidsmarkt (zo veel ruimte nog heel lang net zo sterk te blijven als sinds het herstel na de pandemie is er niet, gegeven de lage werkloosheid en permanent uit de beroepsbevolking verdwenen Amerikanen, bijvoorbeeld door met de VUT te gaan, waar Powell ook over sprak) en inflatie terugvalt, Powell zijn renteplannen zal herijken, te meer ik het gevoel heb dat hij vooral erop uit is te voorkomen dat de inflatie te laag te hoog blijft en niet zozeer die omlaag te knuppelen omdat dat voor een belangrijk deel vanzelf zal gebeuren, doordat de eerdergenoemde eenmalige effecten in loop van 2022 weg zullen vallen. Dat verklaart ook de reactie op de markten: zij vertrouwen erop dat Powell ervoor zal waken het beleid zo snel of fors te verkrappen dat daardoor een recessie kan ontstaan.
Om voor enig voetbalevenwicht in deze overpeinzing te zorgen: na ‘geen woorden maar daden’ zie ik Powell meteen het refrein van ‘Three little birds’ van Bob Marley inzetten richting de financiële markten:
This is my message to you-ou-ou
Don't worry 'bout a thing
'Cause every little thing gonna be all right
Singin': Don't worry (don't worry) 'bout a thing
'Cause every little thing gonna be all right!
Trouwens, het was niet alleen de Fed die vergaderde deze week. Ook het bestuur van de ECB kwam bij elkaar. Het besloot het opkoopprogramma dat begon in reactie op de pandemie in maart te beëindigen maar het reguliere programma juist te verdubbelen, te compensatie, dat weer later in het jaar licht af te bouwen waarbij de herintroductie van het noodopkoopprogramma altijd een optie blijft. De rente gaat nergens naartoe. Als u het niet begrijpt of als het allemaal verwarrend is….u bent niet de enige. Het ís verwarrend en het ís onbegrijpelijk. De economische groei is hoog, er is geen recessiegevaar, inflatie bedraagt 5 procent, kortom zowel het economisch als het inflatiebeeld zijn significant ten goede veranderd, in de eurozone en de VS. Waar in de VS daarop van plan is het beleid ook significant te veranderen, voert de ECB slechts wat cosmetische, marginale wijzigingen. Dat zegt eigenlijk alles over wat we de komende jaren kunnen verwachten: relatief verantwoord beleid van de Fed – of minstens het voornemen daarop – en aanhoudend onverantwoord beleid van de ECB.