Dit is de reden dat de Fed geen zeepbellen ziet
4 oktober 2016
Financiële zeepbellen zijn veranderingen in relatieve prijzen. Tijdelijk beginnen prijzen van internetaandelen, vastgoed of zelfs tulpen (zie de Tulpenwoede) uit de pas te lopen met hun fundamentele waarde en alle andere prijzen in een economie. De Fed is echter blind, omdat het geen kaas gegeten heeft van relatieve prijzen. Het prijspeil, daar kijkt ze naar, met alle gevolgen van dien.
Geld is neutraal?
Het oude theoretisch economisch stelsel was er een gebaseerd op directe ruil. De tussenkomst van geld, van een ruilmiddel en derhalve indirecte ruil, verandert weinig aan dit stelsel. Het betreft slechts een “invoeging” van geldtermen, niets meer en niets minder. Enkel de historische hoofdstukken met extreem hoge inflatie dienen bestudeerd te worden, enkel de externe “shocks”. Deze uitzonderingen bevestigen de regel: geld is een neutrale factor in de economische theorie, zolang de heersers over het geld het niet te bont maken.
De consumentenprijsindex als heilige graal
Dit idee domineert ook binnen de kringen van de centrale banken. Zeepbellen zijn een relatief onbelangrijk fenomeen, in de zin dat het nooit een kwestie van beleid is (de centrale bank heeft nooit de schuld), maar eerder dat het een negatieve, externe “shock” vormt waarop de centrale bank allicht haar toekomstig beleid moet aanpassen.
In andere woorden: zeepbellen? Onze schuld kan het niet zijn, aldus centrale banken. Het is altijd het te domme volk, dat irrationeel handelt en zijn “animal spirits” niet in bedwang weet te houden. Jullie zijn schuldig, niet wij, terwijl centrale bankiers handen in onschuld wassen.
Dit valt ook terug te zien in de statistieken die de centrale bank gebruikt om het “succes” van haar beleid af te leiden:
- De consumentenprijsindex
Zolang de consumentenprijsindex (CPI) niet enorm stijgt, is er niks aan de hand en is het beleid “doeltreffend”.
- Het bruto binnenlands product
Een ander expliciet doel van de centrale bank is zorgen dat de economie groeit gelang haar “groeipotentieel”. Dat dit hypothetische groeipotentieel nergens vanaf valt te leiden, wordt verder vergeten. En zolang het bbp stijgt, en een economie niet in recessie is, doet de centrale bank alles goed.
- Werkloosheid (soms)
Sommige centrale banken, met name de Federal Reserve, mikken op “full employment”, dat uiteraard ook een grote onbekende is. Immers, niemand weet wat “full employment” precies is. Het betekent dat er enkel vrijwillige werkloosheid is (personen die op betere aanbiedingen wachten of een sabbatical nemen) en geen onvrijwillige werkloosheid. Maar op welk werkloosheidcijfer dit punt bereikt is? Volgens de vorige Fed-voorzitter Ben Bernanke was dit doel rond de 6,5% werkloosheid wel aardig gelukt. De nieuwe Fed-voorzitter, Janet Yellen, vond echter dat het 6% was. En later, toen ze de rente toch liever niet verhoogde, was het ineens 5%.
Kortom, zolang het bbp toeneemt en de inflatie geen enorme vlucht neemt, is het beleid van de centrale bank optimaal. Onzin, betoog ik.
Dit is waarom deze macrocijfers de Fed misleiden
Maar de consumentenprijsindex is enkel een vermeende meting (die overigens van alle wetenschappelijke waarde verstoken is) van een algemeen “prijspeil”. Dat betekent dat de consumentenprijsindex nooit en te nimmer extreme afwijkingen in relatieve prijzen kan aanduiden. Sterker nog, de Fed kijkt alleen naar een consumentenprijsindex zonder eten, zonder huren of woningprijzen, en zonder energie. Centrale bankiers zijn blind. En om goede reden.
Het bbp kent dezelfde tekortkoming. Veranderingen in het bbp kunnen onmogelijk aanduiden of de groei in het bbp permanent is of slechts een tijdelijke illusie. Helpen de investeringen die gedaan worden werkelijk om consumentenvraag beter te bevredigen of zijn ze waninvesteringen omdat ondernemers en investeerders misleid worden en aan de verkeerde projecten beginnen?
Zeepbellen: veranderingen in relatieve prijzen
Zeepbellen zijn niet te herkennen in de statistieken die de Fed hanteert. (Onhoudbare) veranderingen in relatieve prijzen zijn het karakteristieke kenmerk van zeepbellen die uitmonden in een recessie.
Als de prijzen van tulpenbollen tien keer verdubbelen en de vraag grotendeels voortkomt uit geleend geld, dan kan het zo zijn dat het bbp “normaal” groeit en de consumentenprijsindex amper van haar plek afkomt (welk relatief gewicht zou een tulpenbol immers in een dergelijke prijsindex hebben?), maar is de conclusie dat er een onderliggende disbalans aan het ontstaan is die in de toekomst naar het oppervlak zal komen gegrond.
Ook de negatieve rente in de eurozone kan vanuit dit oogpunt geïnterpreteerd worden.
Terwijl ECB-voorzitter Mario Draghi de rente verder en verder verlaagt, denkt hij dat de ECB geen enkele schade aanricht zolang het bbp weer wat op stoom begint te komen en de consumentenprijsindex ergens onder (of rondom) de 2% ligt.
Mario Draghi, net als zijn collega´s in de rest van de wereld, vaart blind.
Om een metafoor van zee te gebruiken, sommige economen lijken te denken dat alleen een orkaan een schip op een verkeerde koers kan zetten. Guess what. Ook een zwakke, aanhoudende wind is in staat om een schip op de rotsen te varen. Helaas staan deze zelfde economen aan het roer van ons geld.
De onwetendheid van de Fed en onze eigen ECB zal veel schade aanrichten. De westerse economieën liggen op ramkoers.