Fed-rente: was en blijft onnatuurlijk laag
13 december 2018
Stel dat iemand u jaren geleden een vraag had gesteld waar de officiële rente van de Fed te vinden zou zijn als de werkloosheid 3,7 procent zou bedragen, inflatie ergens tussen 2 en 2,5 procent en de economische groei jarenlang aanmerkelijk boven de potentiële groei (kort: groeipercentage dat een economie lang vast kan houden zonder oververhit te raken) had gelegen én dat naar verwachting komende jaren zou aanhouden. Als u érgens over had getwijfeld bij het beantwoorden van die vraag, dan was dat waarschijnlijk of u een 4 of een 5 voor de komma moest noemen. Als de vraagsteller had gevraagd hoe groot u de kans achtte dat er een twee voor de komma zou prijken, had u waarschijnlijk beleefd ‘0 procent’ gezegd maar gedacht ‘wat een rare vogel is het’.
Anno 2018 vinden we de Amerikaanse werkloosheid op 3,7 procent, de economische groei op circa 3 procent en inflatie tussen 2 en 2,5 procent. De Fed verwacht dat de inflatie ongeveer daarop zal blijven in 2019, de werkloosheid verder zal zakken en de groei met ruim 2 procent nog steeds boven het potentiële groeipercentage (ongeveer 1,75 procent) zal blijven. De rente van de centrale bank staat echter op 2,25 procent.
Deze week is bekend geworden dat de Amerikaanse geldontwaarding in november 2,2 procent bedroeg. Dat betekent dat de échte Fed-rente, namelijk de nominale rente verminderd met de inflatie, op circa 0 procent ligt. Dat zijn omstandigheden waarin eerder een stijging dan een daling van de edelmetalenprijzen te verwachten is.
Maar het gaat toch altijd om verwachtingen over de rentes en dus ook om die echte rente, hoor ik u denken. Dat klopt. Wat zien we als we daarnaar kijken?
Eerder dit jaar onderstreepte de Fed keer op keer dat de bank de officiële rente in 2018 in totaal vier keer en in 2019 drie keer zou verhogen. Drie van de vier geplande rentestappen dit jaar zijn inmiddels gezet; de vierde stap volgt later deze maand. Drie renteverhogingen in 2019 vond ik altijd al wishful thinking van de bank. De kans dat we dit jaar een Elfstedentocht zouden meemaken, in de zomer wel te verstaan, was in mijn ogen nog groter. Inmiddels acht ik een Elfstedentocht én dat ik die zou winnen, nog waarschijnlijker.
Hooguit twee renteverhogingen in 2019, dat is mijn verwachting voor volgend jaar op het Fed-rentefront. Daardoor zou de officiële rente in de VS uitkomen op 2,75 procent. De échte rente zou dan circa een half procent bedragen, als de inflatie niet noemenswaardig verandert. Ja, die kan dalen door de recente daling van de olieprijs maar daar tegenover staat dat door de snellere loonstijgingen (een vertraagd effect van de lage werkloosheid) de inflatie juist verder kan klimmen.
2019 kan ook een slecht jaar voor de dollar zijn. Enerzijds door minder renteverhogingen door de Fed maar ook omdat de eurolanden stappen gaan zetten in het verder verdiepen van de muntunie, waardoor de kans op een nieuwe eurocrisis kleiner kan worden. Daarnaast moeten we er rekening mee houden dan veel landen die hun eigen munt graag vaker gebruikt zien worden in de internationale handel – niet alleen China probeert dat met zijn yuan, recent is bekendgeworden dat de Europese Commissie ook de internationale rol van de euro wil vergroten – in 2019 nieuwe stappen zullen zetten om die wens een stap dichter bij de realiteit te brengen. Een zwakkere dollar heeft in het verleden doorgaans voor hogere edelmetalenprijzen gezorgd.
Kortom, waar uit de Fed-hoek dit jaar vooral wind tegen kwam voor edelmetalen, zou het me niet verbazen als edelmetalen uit die hoek volgend jaar juist wind in de rug krijgen. Het kan wel zo zijn dat dat draaien van de wind niet in de eerste maanden van 2019 plaats zal hebben. Waarom, daarover morgen meer.