Fed verstaat iets anders onder inflatie dan u en ik
29 maart 2016
‘In de wetenschap dat de Fed 2,5 tot 3 procent inflatie nastreeft.’ Dat schreef ik in het laatste stuk op deze pagina waarna ik opmerkte dat een oplettende lezer misschien wel dacht ‘he, de Fed heeft het toch altijd over een inflatiedoel van 2 procent?’. Ik beloofde terug te komen op mijn artikel van vorige week. Bij deze.
‘Om te bepalen wanneer en in welke mate de federal funds rate te verhogen in de toekomst, zal het rentecomité de werkelijke economische prestatie en de verwachtingen daaromtrent in relatie tot zijn doelstellingen namelijk maximale werkgelegenheid en 2 procent inflatie beoordelen’. Dat is een stuk die altijd te vinden is in de persverklaringen na afloop van de vergaderingen van het rentecomité van de Fed.
Voordat ik inga op dat streven naar tot wel 3 procent inflatie, wil ik eerst opmerken dat de officiële doelstelling voor wat de inflatie betreft in de VS inderdaad 2 procent is, maar vele Fed-bestuurders hebben regelmatig aangegeven het liefst iets meer inflatie te willen zien, zeg 2,5 procent, om zo een buffer boven het streefpercentage te hebben. Dit is belangrijk om te onthouden.
En nu naar mijn bewering dat de Fed in feite naar 3 procent inflatie streeft. Hoe zit dat?
Het inflatiecijfer dat in de media alle aandacht krijgt is de verandering van het zogeheten consumentenprijsindex, de CPI. Wanneer de Fed het echter over een streefpercentage voor inflatie heeft, heeft de bank het níet over die CPI-cijfers maar over een andere inflatiemaatstaf, de Personal Consumption Expenditure (PCE).
Is dat nou zo belangrijk, wat maakt het uit of de Fed CPI of PCE bedoelt?
Nou, het maakt behoorlijk wat uit. Wat er allemaal in het mandje met goederen en diensten op basis waarvan zo’n inflatiecijfer berekend wordt, zit, verschilt; het CPI-mandje is net iets anders dan het PCE-mandje. En dat heeft gevolgen voor het bijbehorende inflatiecijfer.
Historie wijst uit dat het CE-inflatiecijfer structureel ónder het CPI-cijfer ligt. In normale economische tijden kan dat verschil ruim 1 procentpunt bedragen. Gemiddeld genomen lag het PCE-inflatiecijfer tussen 2000 en 2008 een half procentpunt lager dan het CPI-cijfer. Dus als de Fed zegt 2 á 2,5 procent inflatie te willen nastreven, dan bedoelt de Fed 2 á 2,5 procent PCE-inflatie, wat, uitgedrukt in termen van CPI-cijfers, nogmaals cijfers waar het om gaat in de media, neer komt op 2,5 á 3 procent inflatie. Met andere woorden: wanneer de CPI-inflatie in de VS op 2 procent uitkomt, zal de Fed niet meteen gaan ingrijpen want de kans is groot dat op hetzelfde moment de PCE-indicator lager zal staan.
Daar komt nog eens bij dat zo goed als het voltallige rentecomité van de Fed vooral oog heeft voor de zogeheten kern-PCE inflatie, dat wil zeggen inflatie zonder voedsel- en energiecomponenten. Door de spectaculaire daling van de olieprijs in het afgelopen jaar, betekent de manier waarop inflatie wordt berekend – namelijk als veranderingen van prijzen ten opzichte van een jaar geleden – dat de inflatie zal gaan stijgen wanneer de olieprijs ophoudt met zakken. Mocht die gaan stijgen, dan kan de inflatie wel eens snel fors oplopen.
Wie echter zoals de Fed de stelling aanhoudt dat de energieprijzen nogal volatiel zijn en daardoor het échte inflatiecijfer ‘vervuilen’, zal beweren dat om de echte trend te zien, men die energie-component moet vergeten (merk op dat deze redenering mysterieus verdwijnt wanneer de voedsel- en energieprijzen het hele inflatiecijfer omlaag drukken, dan moet men ineens wél kijken naar inflatie inclusief die cijfers).
Kortom, de kans is groot dat de Fed, wanneer de inflatie straks 2 procent bedraagt, zal roepen dat dat een verkeerd beeld is en dat de werkelijke inflatie lager is.
Wat betekent dit allemaal? Dat u straks niet raar hoeft op te kijken als de Fed, ondanks de hoge inflatie, niet meteen ingrijpt. Dit is waar ik op doelde met mijn vrees dat de Fed én te laat én te weinig zal ingrijpen om hoge inflatie in de toekomst te voorkomen.