Het aantal nieuwe banen in de VS in april lag met 263.000 ver boven de verwachting van de analisten. Die rekenden namelijk op een toename van zo’n 180.000. Simpel gesteld geldt dat als het aantal nieuwe banen hoger is dan waar de markt op rekende, een soort Pavlov-reactie is dat de markt de kans op een krapper c.q. minder ruim monetair beleid, hoger inschat. Dit zeker als beleggers kort daarvoor te horen kregen dat de economische groei ook al hoger lag dan waar de analisten op rekenden.
Het vooruitzicht op een minder ruim monetair beleid, betekent doorgaans dat de goudprijs daalt. Vandaag gebeurde echter het tegenovergestelde: de goudprijs steeg met enkele dollars op het arbeidsmarktnieuws uit de VS. Vreemd? Op het eerste gezicht wel. Maar als we een en ander nader bekijken, is er wel wat te zeggen voor die stijging van de goudprijs.
Er is namelijk weinig reden om te vrezen dat de Fed binnekort zal beginnen te hinten op een hogere rente. Vergeleken met een jaar eerder, zijn de lonen met 3,2 procent gestegen. Ik zou dat een perfect percentage willen noemen. De lonen stijgen namelijk net voldoende harder dan de inflatie om te kunnen spreken van een voelbare stijging van de koopkracht, wat goed is voor de economische vooruitzichten de komende tijd. De stijging van de lonen is tegelijkertijd echter niet zodanig dat er meteen alarmbellen afgaan bij de Fed dat de inflatie op middellange termijn uit die hoek onder sterke opwaartse druk zal komen. Ofwel: de markt hoeft zich geen zorgen te maken dat de Fed zal gaan hintten op een hervatting van de renteverhogingen.
Bovendien zijn de cijfers van vanmiddag voor mij geen reden mijn verwachting dat de Fed de rente in 2020 zal kortwieken, te wijzigen.
Het tempo waarmee de Amerikaanse bedrijven voor nieuwe banen zorgen, neemt af. Kwamen er in 2018 nog maandelijks, gemiddeld, ongeveer 225.000 nieuwe banen bij, voor de laatste drie maanden ligt dat gemiddelde rond 170.000. Die afname is logisch. Immers, de vijver waar die bedrijven uit vissen, is behoorlijk leeggeraakt, getuige de werkloosheid van 3,6 procent. Het aantal openstaande vacatures is al enige tijd hoger dan het aantal werklozen.
De eerder genoemde loonstijging heeft daarnaast ook een schaduwzijde: als werknemers steeds duurder worden, vertraagt dat doorgaans het tempo waarmee bedrijven mensen aannemen.
Het zou dan ook niet verbazen als het aantal nieuwe banen in de maanden die voor ons liggen, gemiddeld genomen, afneemt. Wanneer dat gemiddelde onder 125.000 zakt – en dat kan vrij snel gebeuren – zal dat onloldoende zijn om de werkloosheid verder omlaag te drukken.
Het werkloosheidspercentage zou dan uitbodemen, als dat het dieptepunt al niet bereikt heeft met de stand van 3,6 procent in april. En dat is een belangrijk gegeven. Historisch bezien volgde namelijk, gemiddeld genomen, 12 maanden na het uitbodemen van de werkloosheid een recessie in de VS. Ik zie de economische groei in de VS in 2020 mede, maar niet alleen, hierdoor duidelijk afnemen en houd in toenemende mate met een recessie in dat jaar in de VS.
Voor de Fed kan die groeivertraging c.q. een recessie, erg ongelukkig uitkomen. Doorgaans is het effect van ruim monetair beleid eerst te zien in de groeicijfers. Het effect op de inflatie komt pas erna. Mede afhankelijk van andere factoren kan 2020 een jaar worden waarin de economie afkoelt terwijl de inflatie onder opwaartse druk komt te staan. Als dat gebeurt, een soort stagflatie-light scenario, dan zal de Fed moeten kiezen haar rentewapen in te zetten ten behoeve van de groei (vereist renteverlagingen) of ten behoeve van de prijsstabiliteit (kan renteverhogingen vereisen). En dat allemaal in het jaar waarin er presidentsverkiezingen zijn in de VS, in de wetenschap dat de zittende president nu al de Fed ongelofelijk hard aanvalt.
Hoewel dat voor enige onzekerheid over het Fed-beleid onder beleggers kan leiden, ben ik ervan overtuigd dat de bank voor groei en niet voor prijsstabiliteit (aannemende dat de inflatie niet al te veel oploopt, in dat geval zie ik de Fed die stijging namelijk wegargumenteren met verwijzing naar eenmalige factoren en groeivertraging die, met een vertraging, de inflatie weer omlaag zal drukken) zal kiezen. Ofwel: het zou me niet verbazen als 2020 een jaar van lagere groei en renteverlagingen door de Fed wordt. In zo’n scenario is eind 2020 eerder een hogere dan een lagere goudprijs te verwachten.
Deel dit artikel met anderen