Grieks/Italiaans/Franse economische toestanden in de polder
2 maart 2016
De euro zou net zo’n munt zijn als de Nederlandse gulden of de Duitse mark, niet zoiets als de Italiaanse lire of de Griekse drachme. Om daarvoor te zorgen werd de gemeenschappelijke munt gebouwd op twee pijlers: de Europese Centrale Bank (ECB) werd onafhankelijk, gemodelleerd op de Duitse Bundesbank, en het Stabiliteits- en Groeipact bepaalde financieel gezond beleid voor álle eurolanden. Dit laatste was noodzakelijk omdat door de euro Franse of Italiaanse problemen ook onze problemen zouden worden.
Begrotingsregels?
Kortom, we hadden regels en afspraken met onze euro-vrienden op papier gezet. In het eerste decennium van de euro deden zij in ieder geval nog alsof ze zich aan de afspraken wilden houden. Tegenwoordig nemen ze niet eens de moeite de schijn op te houden; een land als Frankrijk kondigt tegenwoordig gewoon open en eerlijk en van tevoren aan dat het voorlopig niet zal voldoen aan de Europese begrotingsregels.
In het pre-euro tijdperk voerden veel lidstaten een heel ander economisch, financieel en monetair beleid dan wij in Nederland. Waar de kern van ons economisch model bestond uit een mix van een sterke munt, relatief gezonde overheidsfinanciën en lage inflatie, was het economisch model van de Club Med-landen juist een combinatie van een zwakke munt, schulden stapelen en relatief hoge inflatie. Wanneer de economische motor dreigde vast te lopen, devalueerde men de eigen munt en begon het hele circus opnieuw.
Eerste pijler gesloopt
Met de euro was die uitweg er niet meer. Het gevolg: land na land kwam in grote problemen. Zonder onze miljarden waren veel zwakke eurolanden al lang failliet gegaan. We hebben ondertussen honderden miljarden gestopt in het redden van de euro en het resultaat is om te huilen. De euro is bij lange na niet gered, de rekening om de munt overeind te houden loopt alleen maar op.
De eerste pijler waarop de euro gebouwd is, is de ECB. Die kreeg ook een eigen handleiding. Onverstandige en gevaarlijke zaken, zoals het financieren van overheidstekorten, lange tijd lage rentes hanteren, hoge inflatie gedogen, laat staan nastreven, nee, dat moest de ECB maar niet doen. Niet omdat uit een of andere theorie bleek dat dat ongewenst is, maar omdat we uit de praktijk wisten wat wel en niet goed beleid was. Het is geen toeval dat Duitsland en Nederland de sterkste en meest concurrerende economieën van Europa waren én rentestanden hadden waar andere landen niet eens over konden dromen.
De ECB lapt al die regels echter aan zijn laars. Het financieren van begrotingstekorten van zwakke eurolanden is iets wat de ECB, onder aanvoering van de Italiaan Mario Draghi (president) en de Portugees Vítor Constâncio (vice-president), graag en ongelimiteerd doet. In het bestuur van de bank bepalen nationale belangen – ook al tegen de afspraak – het beleid. En daar hebben landen als Nederland en Duitsland geen meerderheid. De Club Med heeft de macht gegrepen.
Nieuw economisch model
De bank belooft nu al tegen elke prijs de rente de komende jaren laag te houden, ja zelfs verder onder 0 procent te brengen mocht dat nodig zijn, om zo de inflatie fors aan te jagen. De ECB streeft naar 2 procent per jaar, maar de ervaringen uit het verleden leren dat de bank het geen probleem vindt gedurende lange tijd een veel hoger percentage te gedogen. Tussen de zomer van 2000 en 2008 lag de inflatie in de eurozone boven het plafond van 2 procent, gedurende ruim een jaar zelfs op ca. 4 procent, zónder dat de ECB er iets aan deed (in een eerder artikel schreef ik al dat de ECB in december ons beloofd heeft gedurende een lange tijd inflatie van meer dan 2 procent per jaar te gdigen). Zeker voor de zwakke eurolanden met hun torenhoge schulden én hun macht in de ECB, is een hoge inflatie aantrekkelijk. Voor Nederland is hoge inflatie echter extreem gevaarlijk; inflatie vreet namelijk aan onze duizend miljard euro pensioengeld. Inflatie is de grootste vijand voor onze pensioenpotten, om maar wat te noemen.
Nu de ECB al zijn wapens om de economie te ondersteunen heeft gebruikt, maar dat geen zoden aan de dijk heeft gezet, zoekt de bank zijn heil in het nog meer van hetzelfde. Als 60 miljard euro per maand om staatsobligaties op te kopen te weinig is, dan denkt de ECB niet ‘zullen we even kijken of ons aanpak wel werkt’ maar ‘het probleem is dat we te weinig doen’. Vandaar dat het opkoopprogramma recent in feite opgevoerd is naar 70 miljard euro per maand. Hetzelfde geldt voor de negatieve rente. Als een officiële rente van -0,1 procent niet werkt, dan maar naar -0,3 procent. Het zal mij niet verbazen als we eind dit jaar op 100 miljard euro per maand aan QE-munitie zitten en de depositorente van de ECB op -0,5 procent of verder van 0 procent ligt.
Dat alles om de waarde van de euro de grond in te boren. De president van de ECB laat geen kans onbenut te waarschuwen dat hij zal ingrijpen als de euro sterker wordt. Hij loopt nog net niet rond met een reclamebord met daarop teksten als ‘de euro is waardeloos’ en ‘dump de euro’. Het is net alsof Wim Duisenberg, president van De Nederlandsche Bank tussen 1982 en 1997, destijds beleggers voor gek zou hebben verklaard, vertrouwen te hebben in de gulden. Je eigen munt, iets waar je trots op bent, de grond inboren is in feite het economisch model van de eurozone.
Al met al: ons economisch model, het model dat de andere eurolanden zeiden te willen overnemen, is overboord gegooid. De ECB is gekaapt door de landen die een heel ander idee hebben van wat goed monetair beleid is. Zij willen ons hun economisch model, dat aantoonbaar verkeerd is, opleggen. En aantoonbaar verkeerd is het, want als het economisch model van de Club Med-landen beter was dan dat van ons, zou je verwachten dat Griekenland, Italië, Spanje en Frankrijk sinds 2009 Duitsland en Nederland overeind houden met honderden miljarden euro’s in plaats van andersom.
Bestaat er niet eens een theoretische mogelijkheid dat de euro voor eeuwig zal zijn? Natuurlijk wel. De euro kan blijven bestaan als óf wij het economisch model van de Club Med-landen omarmen óf zij ons model gaan hanteren. Het mag duidelijk zijn dat de zuidelijke landen zich niet willen aanpassen. Dan blijft over dat wij het Italiaans-Frans-Griekse economische model en hun financiële normen en waarden, model en normen en waarden die dus aantoonbaar nadelig zijn voor welvaart, omarmen. Dat willen de noordelijke eurolanden niet, maar eigenlijk is dat irrelevant. Wat relevant is, is dat ze dat model opgelegd is, via de ECB. Zolang landen zoals Nederland er niet uit willen stappen, betekent dat dat we ons moeten opmaken voor Grieks-Italiaanse economische toestanden. Een van die toestanden is hoge inflatie en politieke en economische instabiliteit. De ervaring leert dat edelmetalen in zo een omgeving prima gedijen.