Helikoptergeld: niks nieuws onder de zon
20 mei 2016
‘Helikoptergeld’ begon ooit als een wetenschappelijk hulpmiddel. Het was een gedachte-experiment, voor monetaire economen die de gevolgen van veranderingen in het geldaanbod willen doorgronden. Stel, zo luidt het experiment, dat centrale banken in plaats van obligaties te kopen (waarmee ze de monetaire basis vergroten), geld uit helikopters zouden strooien en daarmee iedereen direct een x hoeveelheid geld extra heeft. Wat zou dat doen met prijzen? Vandaag de dag praten we echter over helikoptergeld als praktisch beleidsmiddel, in plaats van abstract, analytisch hulpmiddel.
Van gedachte-experiment tot beleidsmiddel
Vandaag de dag wordt helikoptergeld gezien als een praktisch (en volgens sommigen broodnodig) beleidsinstrument. En voor ons Nederlanders is het misschien nieuwe discussiestof, maar voor iemand die over de eigen landsgrenzen kijkt, is het niks nieuws.
Niet alleen in Nederland wordt er over helikoptergeld gepraat, maar ook in Japan.
En in Japan is het tweede keer in de geschiedenis dat de discussie oplaait.
Precies 19 jaar geleden werd de discussie over helikoptergeld voor het eerst aangezwengeld.
Iets met een paard en water…
Ook nu wordt dezelfde dooddoener weer onophoudelijk herhaald: “Je kunt een paard naar het water leiden, maar je kan er niet voor zorgen dat het paard gaat drinken”. Als we aantal keren moeten tellen dat dit spreekwoord gebruikt is door financiële opiniemakers, dan zijn tien vingers bij lange na niet voldoende.
Het idee is als volgt: centrale banken verlagen de rente, breiden hun balans uit door obligaties te kopen, vergroten de monetaire basis (de geldhoeveelheid) en versoepelen het monetair beleid.
Onder normale omstandigheden zou dit de kredietverlening aanzwengelen. Maar niet nu. Ditmaal doen (commerciële) banken niet wat ze normaal wel zouden doen: meer krediet verlenen en de vraag in de economie aansporen. Het transmissie-mechanisme is kapot, zeggen sommige economen (met moeilijke woorden scoor je punten bij de Federal Reserve). De interventies van de Europese Centrale Bank, de Federal Reserve, en de Bank of Japan in de financiële economie vinden niet hun weg naar de reële economie. Een ‘liquidity gap’, zou John Maynard Keynes het noemen. Het huidige monetair beleid is, net als in Japan de afgelopen decennia of tijdens de Grote Depressie in de jaren ’30 in de VS, “pushing on a string”.
In andere woorden: je kunt een paard naar het water leiden (centrale banken kunnen hun beleid ‘losser’ maken en rentes verlagen), maar je kan het niet dwingen om te drinken (maar je kan banken niet dwingen om hun kredietverlening ook ‘losser’ te maken).
Nu het monetair beleid zijn limieten bereikt, overwegen veel beleidsmakers in hun ivoren torens de meest extreme monetaire maatregel ooit: het paard met kop en al onderwater te duwen.
Door nieuw geld direct aan de bevolking te geven, kan het niet anders dan dat het nu wel de reële economie bereikt. En wanneer dat lukt, verdwijnen al onze zorgen als sneeuw voor de zon.
Over negatieve rentes
De eerste oplossing is natuurlijk een negatieve rente op bankreserves. Deze verkapte belasting op banken heeft in ieder geval één voordelig effect voor overheden: de centrale banken verdienen meer geld en keren dit uit aan de overheid. En wat nu onder het mom van een ‘noodgeval’ wordt ingesteld, kan weleens langer voortduren dan gedacht.
Maar als zelfs dat niet lukt, kunnen centrale banken ook direct nieuw geld aan burgers geven. Onafhankelijk van kredietmarkten, kunnen zij simpelweg ervoor kiezen om het geld uit te geven aan producten en diensten.
Helikoptergeld in de praktijk
In Japan, werd in de jaren ’90 het volgende idee voorgesteld: de Bank of Japan zou bekendmaken dat het ongeveer 5000 yen (destijds ongeveer $50 dollar) aan iedere Japanse burger iedere maand zou uitkeren, totdat de consumptie-uitgaven beginnen te stijgen, waarmee de deflationaire crisis van Japan tot een einde zou worden gebracht.
Gezien de Japanse bevolkingsomvang, zou deze maandelijkse uitkering de monetaire basis in Japan met ongeveer 10% per jaar doen stijgen. Een behoorlijke stijging, maar niet zo groot als recentere jaarlijkse stijgingen.
Bovendien, zo meent men, zou alleen het bekendmaken van dit beleid al genoeg zijn om de consumptie op korte termijn te stimuleren, waardoor de maatregel waarschijnlijk van korte duur zal zijn dan op voorhand wordt geschat.
Japan waarschijnlijk eerste die helikoptergeld zal doen
Het lijkt een wedloop: welk land zal als eerste helikoptergeld krijgen? Gezien de politieke gevolgen voor dergelijk beleid in de eurozone, lijkt de ECB te wachten op een eerste aanzet van Japan.
Terwijl in Japan de maatregel al langer onderwerp van debat is, is de maatregel voor Europeanen onbekend terrein.
Maar het moment dat Japan ervoor kiest om burgers gratis geld te verstrekken, is het startschot voor een soortgelijke maatregel in Europa. De Bank of Japan was immers ook de eerste die Japanse aandelen en ETF’s begon op te kopen. Onorthodox beleid is Japan’s eigen.
Beleggers doen er verstandig aan om het nieuws in Japan te volgen. En zodra helikoptergeld werkelijkheid wordt, bestaat er geen twijfel dat hard assets het meest zullen profiteren. Met goud voorop.