Hoe Italië de EU schaakmat heeft
6 juli 2016
De door goudbeleggers o zo gevreesde “bail-in”-wetgeving voor banken: het lijkt erop dat Italië er niet onderuit kan komen. Vorige maand liet ik zien hoe het aantal ‘slechte’ bankleningen toeneemt in de Eurozone. Maar die ‘slechte’ bankleningen zijn met name geconcentreerd in het land van minister-president Matteo Renzi. Die beklaagde zich. Het kan toch niet zijn dat er voor de Italianen geen uitzondering wordt gemaakt? De “bail-in”-wetgeving is fundamenteel dik in orde, maar Renzi wilt geen “bail-in” en heeft dankzij Brexit een sterke onderhandelingspositie.
Waarom hebben goudbeleggers een afkeer tegen “bail-ins”?
Wat is een “bail-in”? Een “bail-in”-procedure is vrij simpel: banken kunnen insolvabel raken. Dat betekent dat een bank meer schulden heeft dan de totale waarde van haar bezittingen, oftewel een negatief eigen vermogen.
Het probleem is dat de Europese Centrale Bank, wat het ook doet, hierin op korte termijn niks aan kan veranderen.
De Europese Centrale Bank, als ‘lender of last resort’, kan hooguit liquiditeit verstrekken, maar aan de solvabiliteit kan het weinig veranderen.
Er blijven drie opties over:
- De markt herkapitaliseert de bank;
- De overheid herkapitaliseert de bank;
- De bank gaat failliet/er vindt een “bail-in” plaats.
De eerste optie is vrijwel uitgesloten. De bank kan nieuwe aandelen uitgeven en het eigen vermogen versterken. Maar een bank waarvan meer dan 20% van de leningen niet meer betaald worden, daar halen beleggers (terecht) de neus voor op. De bank kan moeilijk voldoende geld ophalen uit de markt om de bank te herkapitaliseren.
De tweede optie is wat er tijdens de recessie van 2008 massaal gebeurde. Niet alleen de Nederlandse overheid koos voor deze optie met bijvoorbeeld de staatsteun aan ING; andere overheden volgden hetzelfde pad. Dit beleid is weinig populair, en met reden. Verliezen worden gedekt door de belastingbetaler. ‘Slechte’ banken worden beloond voor hun gedrag. Kapitalisme, zo zegt men weleens, draait om winsten en verliezen. In het geval van de bankencrisis in 2008 zijn overheden echter het laatste vergeten. Terwijl slecht bestuurde bedrijven failliet gaan en hun boedel wordt overgenomen door goed bestuurde of nieuwe bedrijven, worden slechte banken in leven gehouden. ‘Zombiebanken’, noemen de Japanners ze. Het is niet voor niets dat de economische groei is stilgevallen aan die kant van de Stille Oceaan.
De derde optie is nieuw. Deze optie werd voor het eerst toegepast in Cyprus. Opvallend, want in feite is een goed uitgevoerde “bail-in” niets anders dan een gangbare faillissementsprocedure. Aandeelhouders verliezen alles. Obligatiehouders (langlopende schuld) worden gekort en veranderen in aandeelhouders. En rekeninghouders, die uiteraard ook een claim op de bank hebben, komen er in de meeste gevallen genadig vanaf. Afhankelijk van de waarde van de activa, moeten deze echter soms ook een gedeeltelijk verlies nemen op hun banksaldo.
Het voordeel van een “bail-in” is evident. Soms moet een deel eraan geloven om het geheel sterker te maken. Soms moeten bomen uitbranden om het bos als geheel te versterken. Soms moeten aandeelhouders, obligatiehouders en wellicht rekeninghouders van een specifieke bank geld verliezen om de gehele bancaire sector robuuster te maken. Als we in alle industrieën verliezen zouden socialiseren (lees: uitsmeren over de gehele samenleving), dan zou onze samenleving vrij snel instorten. Het zou kapitalisme zonder verliezen zijn, of “Christendom zonder hel”.
Waarom hebben goudbeleggers dan zo een groot probleem met “bail-ins”?
De overheid garandeert immers al (tot een bepaald niveau) bankdeposito’s. En het idee dat goudbeleggers, die vrijwel altijd sceptisch zijn over het bankwezen, ook aandelen ING of ABN Amro hebben, is een contradictie.
De enige reden dat goudbeleggers tegen “bail-ins” zouden moeten zijn, is dat het concept deugd. Het maakt een economie sterker, niet zwakker. En juist goud is gebaat bij een fragiele economie, niet bij een robuuste economie.
Maar het blijft een feit dat “bail-ins” niet populair zijn onder de bevolking. Ook niet onder de Italiaanse bevolking.
Terwijl minister-president Matteo Renzi de hete adem van oppositiepartijen in de nek voelt, met name die van de eurosceptische partij van Beppe Grillo, is het laatste wat hij wil een “bail-in”. Dus pleit Matteo Renzi voor het opschorten van de “bail-in”-wetgeving, die door onze bloedeigen minister Jeroen Dijsselbloem er doorheen is gedrukt. Renzi wilt geen “bail-in”, Renzi wilt een “bail-out”. Hij wil met overheidsgeld Italiaanse banken herkapitaliseren.
En hij heeft een sterke onderhandelingspositie. Als Merkel en co niet luisteren, die nog een kater hebben van Brexit, dan dreigt Renzi met het uitschrijven van een Italiaans EU-referendum: “Italeave”, zeggen journalisten al gekscherend. En als Renzi het niet doet, dan toch zeker wel Beppe Grillo. En Renzi zal met overtuiging de Europese leiders ervan overtuigen dat een “bail-in” Beppe Grillo in het zadel helpt bij de volgende Italiaanse verkiezingen. In de peilingen is de M5S van Grillo inmiddels al de grootste partij. Die volgende Italiaanse verkiezingen kunnen op korte termijn plaatsvinden. Als in oktober de door Renzi voorgestelde grondwetswijziging niet wordt gesteund door het volk middels een referendum, dan zal de Italiaanse minister-president aftreden.
Matteo Renzi gebruikt Brexit om onder de “bail-in”-wetgeving uit te komen. Liever geen zichtbare verliezers, en vooral de kosten uitsmeren over de gehele samenleving, denkt hij. Een politicus is toch geen lang leven beschoren.
Gek genoeg wordt het “Brexit-risico” niet ingeprijsd in Italiaanse staatsschuld. De Italiaanse rente daalde over de gehele rentecurve nadat de Britten de Europese Unie de rug toekeerden.
Met de stresstest voor banken die later deze maand gepubliceerd wordt (op 31 juli), zal de strijd tussen Europese toezichthouders en beleidsmakers en Matteo Renzi verder verhitten. De Italiaanse bankensector gaat het namelijk niet nog veel langer volhouden. En Renzi is bereid om de “bail-in”-wetgeving te negeren en op eigen hout de Italiaanse bankensector met belastinggeld te herkapitaliseren.
Hij zal daarmee de Italiaanse economie en bancaire sector fragieler maken, niet robuuster. Maar misschien redt hij hiermee zijn politieke carrière, en dat is waar hij zich druk om maakt. “Rent-seeking”, noemen de Amerikanen het, voor eigen gewin. Matteo Renzi zal de vroegtijdige ondergang van de Europese bankenunie zijn.