Hoe ver kunnen de rentes stijgen?
27 mei 2022
De Duitse tienjarige rente is opgelopen van -0,5 procent in de zomer van vorig jaar naar inmiddels bijna 1 procent. In de VS staan de langetermijnrentes traditiegetrouw nog hoger. Een van de vragen die velen bezig houdt is: hoe ver kunnen ze nog klimmen de komende tijd?
Kapitaalmarktrentes
Kapitaalmarktrentes zijn van oudsher een soort alarmmechanisme voor beleggers. Als de rentes op die markt stijgen, kan dat wijzen op verwachtingen van hogere inflatie of hogere kortetermijnrentes in de toekomst, op hun beurt doorgaans een weergave van vertrouwen in de economische ontwikkeling. Dalen die rentes, dan is er iets aan de hand. Beleggers die genoegen nemen met lagere rendementen, dat kan erop wijzen dat ze koste wat kost in een veilige haven willen schuilen van naderend onheil.
Recessie
In combinatie met de kortetermijnrentes, kunnen de kapitaalmarktrentes voorbodes zijn van een recessie. Een goede stelregel is dat als de kortetermijnrentes in de VS (denk aan driemaandsrente of tweejaarsrente) hoger ligt dan de tienjarige rente, zo’n 1 tot 1,5 jaar later een recessie een feit is.
De langetermijnrentes zijn sinds de zomer van vorig jaar behoorlijk opgelopen. Het is geen toeval dat de inflatie in de wereld rond die tijd begon te klimmen. In het kielzog daarvan stegen ook de inflatieverwachtingen voor de komende jaren. De verwachtingen omtrent economische groei waren uitstekend te noemen.
ECB
Door de rappe stijging van de inflatie en wegebbende overtuiging dat de stijging tijdelijk zal zijn, begonnen de centrale banken te telegraferen dat ze hun beleid zullen wijzigen. De Fed kondigde aan te stoppen met het opkopen van obligaties en de officiële rente te gaan verhogen. De Europese Centrale Bank (ECB) bouwt ook haar obligatieopkoopprogramma’s af.
Dat de centrale banken zich terugtrekken van de kapitaalmarkten, betekent dat die markt weer normaal kan functioneren. Anders gezegd, de prijsvorming daarop werd jarenlang verstoord om niet te zeggen uitgeschakeld door het beleid van kwantitatieve verruiming maar die dominante factor valt met de maand verder weg. De kapitaalmarkt reageert steeds meer op waar die altijd op reageert, namelijk de verwachtingen ten aanzien van de groei en inflatie.
Kijken we naar dat laatste, dan zien we weliswaar dat de centrale banken, vooral de Fed, ingrijpen om de inflatie op middellange termijn laag te houden. Zij grijpen echter niet voldoende in om beleggers gerust te stellen dat de inflatie op termijn onder controle zal blijven. In het jargon: ze lopen nog steeds achter de curve. Dit geldt zeker voor de ECB.
Grote Financiële Crisis in 2008
Dat wijst eerder op een per saldo verdere stijging van de langetermijnrentes de komende maanden en kwartalen dan een daling richting 0 procent en eronder. Tel daarbij de nog steeds goede groeivooruitzichten voor de komende jaren en er is veel voor te zeggen dat de stijgende trend zich voort zal zetten.
Daarbij zijn niveaus van voor de Grote Financiële Crisis in 2008, denk aan 5 procent in de Nederlandse tienjarige rente en ruim 4 procent bij de tienjarige Bund, niet waarschijnlijk.
We weten niet wanneer en hoe sterk maar dát de economische groei ergens in de komende jaren weer lager zal worden, dat is vrijwel zeker. Niet alleen omdat er allerlei argumenten aan te halen zijn maar alleen al omdat het huidige groeitempo niet lang vol te houden is.
Bij een lagere groei of een recessie in de toekomst, zullen de centrale banken te weinig ruimte hebben die te bestrijden met renteverlagingen alleen. Daarvoor is, zo leert de historie, zo’n 5 procentpunt aan ruimte nodig en zelfs als de Fed de rente dit en volgend jaar met nog eens 2 procentpunt of meer opkrikt, zal die ruimte er niet zijn.
Dat betekent dat het opnieuw van stal halen van opkopen van obligaties te verwachten is. De centrale banken hebben niet voor niets vorig jaar kwantitatieve verruiming gepromoveerd tot een standaardinstrument in hun monetaire gereedschapskist. Dat is iets wat een soort plafond kan gaan vormen voor de langetermijnrentes de komende jaren.
4 Procent in de tienjarige Bund kan dan misschien onwaarschijnlijk zijn de komende jaren, een stand met 1 voor de komma zo niet 2, is goed voor te stellen.