Inflatie gaat stijgen begin 2016
27 november 2015
Het is voorbij. Met het deflatiegevaar c.q. lage inflatie bedoel ik dan. Grote kans namelijk dat de inflatie gaat stijgen in de eerste maanden van 2016. Waarom? Het heeft met de olieprijs, wiskunde en de manier waarop inflatie wordt berekend, te maken.
We komen superlatieven te kort om de daling van de olieprijs tussen juni 2014 en januari 2015 te omschrijven. Laat ik het voor het gemak op spectaculair houden. De prijs van een vat olie zakte als een baksteen, van circa 115 dollar in de zomer van 2014 naar ongeveer 45 dollar begin dit jaar.
Gezien het belang van energie in onze economieën was het geen wonder dat met de olieprijs al vrij snel ook de inflatie omlaag dook. Bedroeg die in het voorjaar van 2014 nog ruim 1 procent, met de daling van de olieprijs daalde de inflatie eerst onder 1 procent om daarna te blijven zakken tot 0 procent met hier en daar een maand zelfs onder die grens.
Kijken we echter voorbij die zogeheten headline inflatie en dalen we dieper in de inflatiecijfers, dan zien we meteen dat die daling veroorzaakt werd door één subcategorie: de energieprijzen. Sinds mei dit jaar is dat de énige subcategorie waarvan de prijs daalt (alleen in september daalde ook de tabakprijs, met 0,2 procent). De daling ervan was zo fors, met, afhankelijk van de maand, tussen een min van 4,8 en 8,9 procent, dat de hele inflatie-index mee omlaag werd getrokken.
Wanneer we januari 2016 binnentreden, zal het precies een jaar geleden zijn dat de olieprijs een beetje op adem was gekomen na de genoemde forse daling. En hier komt de manier waarop het inflatiecijfer elke maand wordt berekend om de hoek kijken.
Inflatiecijfer is simpelweg het verschil tussen de prijzen van verschillende goederen en diensten nu en twaalf maanden geleden. Dat de inflatie sinds de zomer van vorig jaar en zeker eerder dit jaar zeer snel richting 0 procent viel, verbaast niet. Immers, de statistici vergeleken de energieprijzen op dat moment met die van een jaar ervoor. Omdat energieprijzen hand in hand met de prijs van olie gaan, betekende dat maand in maand uit dat het energiedeel van het inflatiecijfer fors negatief was. En omdat dat deel zoals gezegd zwaar meetelt in het inflatiemandje, daalde het inflatiecijfer dat elke maand gerapporteerd wordt ook snel en fors.
Vanaf het begin van 2016 zullen statistici dus voor het eerst sinds de daling van de olieprijs meemaken dat de vergelijking van de energieprijzen géén forse daling oplevert. Immers, als je de olieprijs van zeg 50 dollar vergelijkt met een olieprijs van 50 dollar, dan is de prijsverandering 0 procent.
Wat betekent dat voor het maandelijkse inflatierapport van de Eurostat voor de eurozone? Dat dat sterke, drukkende effect van energie weg komt te vallen. En wat betekent dat voor het maandelijkse inflatiecijfer? Dat die minstens 1 procent of iets meer zal bedragen. Waarom? Dat was sinds begin dit jaar de hele tijd de inflatie als we de spectaculaire daling van de energieprijzen buiten beschouwing laten.
De olieprijs hoeft dus niet te stijgen de komende maanden om de inflatie in de eurozone behoorlijk op te stuwen. Sterker, de olieprijs kan zelfs iets dalen en ook dan zou de inflatie stijgen. Vergeet namelijk niet dat het steeds om een vergelijking tussen de energieprijs nu en een jaar geleden gaat. De inflatie in de eurozone zou alleen verder zakken als de olieprijs vanaf het huidige niveau zou halveren, alleen dan zou er hetzelfde effect zijn op het maandelijkse inflatiecijfer. En mocht de olieprijs stijgen, ja, dan is toch wel een soort van vuurwerk op inflatiegebied te verwachten in 2016. Het zou best eens zo kunnen zijn dat de inflatie in de muntunie richting 2 procent vliegt. De ECB zou daar blij van worden. Als enige denk ik.