Inflatie, volatiliteit en onzekerheid trends voor 2022
14 januari 2022
Hoge economische groei, hoger dan verwachte inflatie, per saldo stijgende aandelenkoersen en langetermijnrentes, én volatiliteit. Dat is in het kort mijn outlook voor 2022.
Wat ik met volatiliteit bedoel, is vooral de verwachting dat de markt vaak behoorlijk kan reageren op macro-economisch cijfers, zoals inflatie of indicatoren van economische groei. Als inflatie hoger of lager dan verwacht blijkt te zijn, de arbeidsmarkt sterker of juist slechter te ontwikkelen of vertrouwen gestegen of gezakt is, steeds opnieuw zal dan de vraag worden gesteld of zo een cijfer de plannen van de Fed kan wijzigen. Onverwacht goede of slechte cijfers kunnen daardoor regelmatig tot hevige schommelingen leiden.
De notulen van de FED
Overigens kunnen ook de notulen van de Fed zelf beurstumult veroorzaken, zoals we onlangs hebben gezien. Het illustreert mijn verwachting uitstekend. Uit de notulen van de laatste vergadering van het rentecomité van de Amerikaanse centrale bank bleek namelijk dat de leden zich havikachtiger opstelden dan verwacht. Hierdoor stegen de langetermijnrentes en zakten de aandelenkoersen en de goudprijs.
Dat is best vreemd te noemen want er stond niets in de notulen wat de voorzitter van de Fed, Jerome Powell, al tijdens de persconferentie na afloop van de laatste vergadering had gezegd! Ter herinnering: hij kondigde toen aan dat de bank medio maart zal stoppen met het opkopen van staatsobligaties en van plan is de officiële rente tot wel drie keer te verhogen, zowel in 2022 als in 2023.
De markt reageerde daarop verheugd. Nu de notulen exact hetzelfde vertellen, alleen nu op papier, zakten de koersen. Alsof beleggers de Fed-plannen voor het eerst vernamen. Het geeft volgens mij aan hoe gespannen de markt tegenwoordig is en hoe weinig nodig is om de volatiliteit omhoog te jagen. Dat zal dit jaar vaker gebeuren.
Virus vertraagt maar ontspoort niet
Belangrijker is dat het er steeds meer op lijkt dat de nieuwe variant van het coronavirus het economisch herstel tijdelijk vertraagt maar niet laat ontsporen. Het vooruitzicht op een behoorlijke economische groei met nog steeds aanzienlijke steun van de overheden en de centrale banken – ook als de Fed de rente drie keer verhoogt, zal het niveau historisch laag zijn én zal de rente in reële termen negatief blijven – wijst in de richting van per saldo stijgende aandelenkoersen en enige stijging van de langetermijnrentes.
Wat betreft mijn verwachting voor meer volatiliteit: de samenstelling van het rentecomité kan een belangrijke rol spelen. Zoals elk jaar op 1 januari is de samenstelling van het rentcomité van de Fed ook dit jaar gewijzigd. Van de 12 presidenten van de regionale centrale banken, hebben er elk jaar slechts 5 stemrecht. Wie wanneer aan de beurt is, is vastgesteld in een rotatieschema. De leden die hun stemrecht inleveren, zijn doorgaans centrale bankiers die minder snel de neiging hebben de rente te verhogen. De groep die het stemrecht heeft overgenomen bestaat voor een belangrijk deel uit centrale bankiers die vorig jaar meermaals heeft aangegeven dat een minder ruim monetair beleid nodig is.
Sommigen van hen behoren tot de meest havikachtige comitéleden die de Fed in lange tijd heeft gehad. Dat betekent niet alleen dat hun interviews en toespraken met relatief veel aandacht gevolgd zullen worden, maar ook dat beleggers bij het binnenkomen van nieuwe economische cijfers hun reactie voor ogen zullen hebben.
Dan is er nog het feit dat er drie vacatures in het dagelijks bestuur van de Fed (dat onderdeel is van het rentecomité) moeten worden gevuld. De Amerikaanse president Joe Biden heeft deze week kandidaten naar voren geschoven. De president draagt de nieuwe bestuursleden voor maar de Senaat heeft het laatste woord. En daarin hebben de Republikeinen de facto een blokkeerminderheid. Het nieuws over wie Biden voordroeg was nog maar net in het openbaar of de Republikeinen begonnen erop te hinten dat ze niet van plan zijn die kandidaten zomaar goed te keuren.
Die opstelling heeft ook alles te maken met de positionering aan de vooravond van de parlementsverkiezingen in november dit jaar. Daarbij hopen de Republikeinen zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat een meerderheid te krijgen. Aangezien de Democraten een hele kleine meerderheid hebben, de populariteit van Biden te wensen overlaat én een soort historische regel dat bij de parlementsverkiezingen de partij die geen president levert vrijwel altijd wint, is de kans dat die Republikeinse hoop werkelijkheid wordt, zeer groot.
Kortom, voldoende ingrediënten voor veel politieke en economische onzekerheid dit jaar. Financiële markten presteren dan niet noodzakelijker minder door maar de volatiliteit is vaak wel relatief hoog.