Kondratieff-cyclus is onzin
26 februari 2016
Veel beleggers wijzen op de Kondratieff-golf (soms Kondratieff-cyclus of Kondratiev-golf genoemd), als reden om in goud te beleggen. De bekendste aanhanger van deze Kondratieff-cyclus is misschien wel Jaap van Duijn, voormalig Robeco-topman. "Niemand weet hoe de golf precies werkt, maar iedereen heeft er mee te maken, net als met de zwaartekracht", zo citeert De Volkskrant. "De economie is een organisch geheel. Je moet daar bijna als een bioloog naar kijken", benadrukt Van Duijn nog maar eens. Wetenschappelijk bewijs? "Als je daar op wacht, dan moet je nog honderd jaar geduld hebben. De theorie klopt gewoon", aldus de zelfverzekerde auteur van 'Eb en vloed: de lange golf in het economische leven'. Helaas is er niet alleen een gebrek aan bewijs, maar bestaat er geen enkele logische reden om aan te nemen dat er ook maar enige kern van waarheid in de Kondratieff-theorie zit. De Kondratieff-cyclus is een hersenspinsel.
Wat is de Kondratieff-cyclus?
De Sovjet-econoom Nikolai Kondratieff bedacht zijn theorie van 'lange golven' ergens in de jaren '20. Kondratieff-golven (of lange golven) zijn vermeende golven van vijftig tot zestig jaar, die volgens velen voorstanders bestaat uit '4 seizoenen': spreekwoordelijk de lente, zomer, herfst en winter genoemd. De drijvende kracht achter deze cyclus is een nieuwe (technologische) innovatie, die leidt tot een enorme productiviteitsgroei gedurende pakweg dertig jaar. Vervolgens is er dertig jaar stagnatie.
Toen Kondratieff's werk in de jaren '20 al snel vertaald werd naar het Duits, was er weinig belangstelling voor de theorie, totdat in de jaren '30 het werk van Nikolai ook naar het Engels vertaald werd. Het stond even in de belangstelling, maar pas in de jaren '70 maakte de theorie een 'comeback'. Vandaag de dag, getuige wat Jaap van Duijn bijvoorbeeld zegt, is de theorie onverminderd populair. Omdat veel economen de Grote Depressie van de jaren '30 niet begrepen, werd de Kondratieff-cyclus aangehaald als 'oorzaak': we zitten in een Kondratieff-dal, wat hadden we anders verwacht?
In de jaren '70 gebeurde hetzelfde. Ondanks dat de modellen van veel Keynesiaanse economen uitwezen dat hoge inflatie en een recessie niet samen konden gaan, was het tegendeel waar. Na de stagflatie van de jaren '70 (economische stagnatie met hoge inflatie), waren veel economen opnieuw het spoor bijster. De Kondratieff-magie werd weer van stal gehaald: gingen we niet gewoon door een Kondratieff-dal?
Nikolai Kondratieff stelde dat er lange golven in de economie bestaan die eind 18e eeuw begonnen. Dat dit nogal twijfelachtig is, is logisch: er zijn geen economische cijfers beschikbaar uit die periode. Er bestaat geen twijfel dat de Grote Depressie een slechte periode was, die samenvalt met een 'Kondratieff-dal', maar de cycli daarvoor? Ook als we Kondratieff de voordeel van de twijfel geven, waren de kortstondige recessies gedurende enorme economische hoogtij in de 19e eeuw geenszins vergelijkbaar met het leed van de Grote Depressie.
Is de Kondratieff-cyclus waar?
De mens heeft altijd de toekomst willen weten. En waar vraag is, is aanbod. De veelvoud aan beursgoeroes en kwakzalvers proberen meedogenloos op deze behoefte in te spelen. We kennen de waarzeggers en astrologen die profijt proberen te trekken uit deze vurige wens van velen.
Het probleem met de Kondratieff-cyclus is dat er geen enkele reden bestaat om aan te nemen dat het een echt economisch verschijnsel is en ook maar iets aan voorspellende waarde heeft.
Voorstanders van deze theorie zijn vooral heel goed in het negeren van gebeurtenissen die niet passen in de cyclus van Kondratiev, en het groot uitmeten van gebeurtenissen die juist wel lijken te kloppen:
- Hoe kan de periode van 1920-29 geschaard worden onder de Kondratieff-depressies terwijl het één van de economische meest voorspoedige periodes in de geschiedenis van de wereld was?
- Waar passen alle depressies uit de 19e eeuw die gebeurde tijdens vermeende Kondratieff-zomers?
- Waarom duurde de hoogtijperiode van de Kondratieffgolf ineens 54 jaar (in plaats van de pak en beet dertig jaar) na de Grote Depressie?
- Waarom was er geen deflatie in de jaren '70, terwijl we volgens de Kondratieff-cyclus in een deflationaire depressie zouden zitten?
- Waarom worden de beurscrash van '87, werkloosheid en crises tussen 1980 en 2000 tot aan de dotcomzeepbel allemaal genegeerd en deze periode als doorlopende voorspoed geïnterpreteerd?
Zo kan ik nog wel even doorgaan met voorbeelden die de theorie tegenspreken. Aanhangers van deze theorie zijn erg sterk in het negeren van data die de theorie tegenspreekt en het generaliseren van data die de theorie 'bevestigt'.
Er is geen sprake van een 'onderliggende' cyclus (zoals die van Kondratieff) naast de conjunctuurcyclus (hoogtijdagen gevolgd door recessie) die we allemaal al kennen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat deze cyclus bestaat, een onderbouwing ontbreekt volledig, en de empirische data zijn op z'n minst zeer twijfelachtig. Data wordt geperst in het model, en data die minder goed uitkomt wordt gemakshalve genegeerd. Kondratiev is een geval 'gebrek aan beter'.
Kondratieff-theorie bewijst gelijk van Ludwig von Mises
Deze week publiceerden wij het boek Het menselijk handelen van Oostenrijks econoom Ludwig von Mises (hier te bestellen). Mises uit forse kritiek op de naïeve aannames van empiristen in de economie. Zo beargumenteerde Milton Friedman (empirist bij uitstek) in het artikel The Methodology of Positive Economics (1966) dat het 'geen bal uitmaakt wat de veronderstellingen van een theorie zijn', zolang de theorie maar 'empirisch gestaafd kan worden'. Dit is één van de redenen waarom de economische wetenschap zich in een crisis bevindt.
Het grote probleem hiermee is dat, zoals Mises liet zien, een theorie altijd voorafgaat aan empirische ervaring, en dat het louter uitkiezen (en middelen) van empirische data al bepaalde veronderstellingen (en dus een theorie) behelst. In zijn eigen woorden:
De ervaringen en waarnemingen die voor de wetenschappen van het menselijk handelen van belang zijn, betreffen altijd bevindingen aangaande complexe verschijnselen. Met betrekking tot het menselijk handelen kunnen er geen laboratoriumexperimenten worden uitgevoerd. We zijn nooit in staat om de verandering van slechts één element, geïsoleerd, gade te slaan, terwijl alle andere omstandigheden gelijk blijven. Geschiedkundige bevindingen, die altijd complexe verschijnselen betreffen, leveren geen feiten op zoals de natuurwetenschappen deze term hanteren om geïsoleerde gebeurtenissen aan te duiden die in experimenten worden getest. De informatie die men verkrijgt met betrekking tot een gebeurtenis uit het verleden, kan niet als bouwsteen fungeren voor het opstellen van theorieën en het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen. Elke geschiedkundige waarneming staat open voor meerdere interpretaties en wordt ook daadwerkelijk op verschillende wijzen geïnterpreteerd.
(...)
Complexe verschijnselen die door verschillende verweven causale verbanden tot stand zijn gekomen, zijn ongeschikt voor het testen van theorieën. Integendeel, zulke verschijnselen worden pas begrijpelijk en interpreteerbaar met behulp van eerder ontwikkelde en uit andere bronnen afkomstige theorieën. In het geval van de natuurwetenschappen mag de interpretatie van een verschijnsel niet in tegenspraak zijn met theorieën die door middel van experimenten reeds bevredigend getoetst zijn. In het geval van geschiedkundige gebeurtenissen bestaat een dergelijke beperking niet. Geschiedschrijvers zouden hun toevlucht kunnen nemen tot behoorlijk willekeurige verklaringen. Indien er iets uit te leggen valt, is het menselijk verstand nooit tekort geschoten om ad hoc enkele denkbeeldige theorieën uit te vinden die elke logische rechtvaardiging ontbeerden.
Omdat een economie zo complex is, en zo moeilijk te doorgronden valt, is het altijd mogelijk om de realiteit te vormen naar het model van Kondratieff. Als de Kondratieff-cyclus
Kondratieff of Mises? Duizend maal Mises.