OPEC en niet-OPEC landen samen tegen lage olieprijs
13 december 2016
10 Dollar. Zo veel is de olieprijs gestegen sinds 30 november, de dag waarop olieproducerende landen verenigd in OPEC besloten hun gezamenlijke olieproductie te verlagen om zo voor minder aanbod van olie te zorgen, in de hoop dat de prijs ervan daardoor zal stijgen.
Een OPEC-afspraak om de olieprijs op te krikken is echter alles behalve een garantie dat de olieprijs ook omhoog zál gaan. Om te beginnen bepalen de OPEC-landen tegenwoordig bij lange na niet meer het leeuwendeel van de olieproductie in de wereld. Veel belangrijke olieproducenten zoals Rusland, Mexico, Noorwegen of de Verenigde Staten, zijn er bijvoorbeeld geen lid van.
De track record van de OPEC-landen om zich te houden aan de afspraken (OPEC bepaalt eerst de totale productie van het kartel en verdeelt die vervolgens in toegestane productie per lidstaat) is bovendien ook beroerd. Door de tijd heen zien we dat de werkelijke olieproductie van de OPEC-landen altijd hoger ligt dan de overeengekomen gezamenlijke productie. Sinds 1982 heeft de belangenclub 17 keer besloten olieproductie te verlagen. Olie-economen van Goldman Sachs hebben berekend dat de leden van het kartel gemiddeld genomen al die keren hun olieproductie met maar 60 procent van wat ze beloofd hebben daadwerkelijk verlaagd hebben. “Helaas blijken we vals te spelen” , zei dan ook een voormalig minister voor Oliezaken van Saoedi-Arabië eerder deze maand. Olie-experts bij Morgan Stanley hebben becijferd dat de OPEC-landen samen tussen 2000 en 2008 gemiddeld genomen elke dag 883.000 vaten meer olie hebben geproduceerd dan wat de gezamenlijk vastgestelde limiet was.
De aangesloten landen kunnen wegkomen met het negeren van ‘hun’ productiequota omdat OPEC geen eigen inspecteurs of agenten heeft die nagaan hoeveel vaten olie elk OPEC-land per dag uit de grond haalt. Hoe ‘goed’ dat gaat blijkt ook wel uit het feit dat als OPEC statistieken meldt over de eigen olieproductie, men twee bronnen raadpleegt: enerzijds de cijfers die de aangesloten landen aanleveren en anderzijds olieproductiecijfers die andere, gespecialiseerde, bureaus bijhouden, die vaak hun informatie via geheime kanalen (en waarschijnlijk tegen een royale vergoeding) krijgen van hooggeplaatsten in de oliesector van de OPEC-landen!
Samenwerking tot stand gekomen
De kans op een succesvol omhoog stuwen van de olieprijs neemt toe als ook de niet-OPEC landen hun olieproductie kortwieken. Dat gebeurt echter niet al te vaak. De laatste keer dat zowel de OPEC als een aantal niet-OPEC landen samen de mes hebben gezet in hun olieproductie is alweer 15 jaar geleden. Dat is, tot aan het afgelopen weekeinde.
Toen werd namelijk bekend dat een aantal niet-OPEC landen ook per 1 januari hun olieproductie gaan verlagen. Onder meer Rusland en Mexico zullen vanaf Nieuwjaarsdag 558.000 vaten minder produceren elke dag. Eerder besloten de OPEC-landen hun oliekraan met 1,2 miljoen vaten per dag dicht te draaien. Tegelijkertijd met het bekendmaken van dat uitzonderlijke feit, kondigde Saoedi-Arabië ook nog eens aan dat het land zijn productie met meer zal verlagen dan wat overeengekomen is binnen de OPEC! Dat alles betekent dat landen die samen goed zijn voor zo’n 60 procent van de totale olieproductie per dag (de Verenigde Staten, Canada en Brazilië, om enkele te noemen, nemen de rest voor hun rekening en doen niet mee aan de gezamenlijke olieproductieverlaging) per 1 januari 2017 voor minder aanbod van olie gaan zorgen.
OPEC-landen die minder olie uit de grond gaan pompen, een aantal belangrijke niet-OPEC landen die hetzelfde gaan doen én Saoedi-Arabië dat roomser dan de paus zegt te zullen zijn als het op olieproductie aankomt, het was allemaal te veel voor de olieprijs. Die spoot op al dat nieuwsgeweld omhoog. Een vat Brent ruwe olie kost tegenwoordig zo’n 54 dollar, waar dat begin deze maand nog circa 44 dollar is geweest. De olieprijs staat daarmee op het hoogste punt sinds de zomer 2015.Gevolgen voor monetair beleid
Veel oliekenners verwachten dat de olieprijs de komende tijd zal blijven stijgen. Stel dat de olieprijs inderdaad een nieuwe opgaande trend te pakken heeft. Wat voor gevolgen zou dat kunnen hebben voor de goudprijs?
Zoals ik eerder heb uiteengezet zal de inflatie in de eurozone en de VS stijgen als de olieprijs alleen maar gelijk blijft. Ik schreef dat enkele maanden geleden, toen de olieprijs circa 40 dollar bedroeg. De afgelopen maanden hebben we in de eurozone inderdaad gezien dat de inflatie gestegen is van -0,2 procent in het voorjaar naar inmiddels 0,6 procent. Veruit de belangrijke reden is…de olieprijs die niet meer zoals jarenlang is gebeurd daalde. Met de sindsdien gestegen olieprijs verwacht ik dat de inflatie in de eurozone redelijk snel boven 1 procent zal klimmen en verder richting 2 procent zal gaan.
In een andere bijdrage stelde ik dat de centrale banken zoals de ECB die stijging zullen bagatelliseren, dat ze zullen stellen dat omdat de inflatiestijging door de olieprijs komt, het maar tijdelijk zal zijn. En inderdaad, vorige week donderdag stelde de ECB herhaaldelijk dat de inflatiestijging geen probleem is omdat het maar iets tijdelijks zal zijn. Een blik op de grafiek van de olieprijs leert echter dat de periode waarin de prijzen zullen stijgen best eventjes kan duren. U heeft eerder kunnen lezen dat de ECB zelfs als de inflatie het streefpercentage van 2 procent bereikt en blijft stijgen, niet zal ingrijpen!
Met het oog op de inmiddels gestegen en mogelijk verder stijgende olieprijs, vermoed ik dat de reactie van de ECB eerder zal zijn het monetaire beleid in 2017 ruimer dan minder ruim te maken als reactie op het duurdere olie. Dat betekent dat we met een situatie te maken kunnen krijgen waarin de inflatie om en nabij 2 procent bedraagt en verder lijkt te stijgen terwijl de Europese monetaire ridders het monetaire beleid verder verruimen.
Aan de andere kant van de oceaan zie ik niet in hoe de Fed de officiële rente in 2017 een paar keer zal verhogen. Dit al is het maar omdat de ECB de andere kant op roeit; de Fed kan best een wat sterkere dollar gedogen maar als de greenback té sterk wordt, wordt het voor de Fed ook al te gortig. En dan heb ik het niet over een nieuwe politiek-economische omgeving in de VS waarin de Fed moet opereren in 2017 of over een andere samenstelling van de Fed, zaken waarover ik eerder heb geschreven.
Stijgende inflatie en tegelijkertijd aanhoudend ruim zo niet nog ruimer monetair beleid: doorgaans is dat een omgeving waarin de goudprijs prima gedijt, zeker voor diegenen die een wat langere horizon hebben.