Schuldenvrij is alles behalve zorgenvrij voor economen en politici
24 augustus 2016
We gaan even terug in de tijd, naar de laatste jaren van de vorige eeuw om precies te zijn. Plaats van handeling: Washington D.C. Eind 1998 en gedurende 1999 maakte men zich op het Witte Huis in Washington namelijk grote zorgen. Ook veel Amerikaanse economen hadden slapeloze nachten. Het probleem was niet de Amerikaanse economie, sterker nog, die draaide meer dan uitstekend. Nee, het probleem was dat de Amerikaanse overheid het ‘gevaar’ liep de totale Amerikaanse staatsschuld af te lossen.
Eind 1998 kondigde de toenmalige President Bill Clinton aan dat de Amerikaanse federale overheid tot en met 2009 bijna 2.000 miljard dollar overschot zal hebben. Dat was meer dan de Amerikaanse staatsschuld op dat moment, wat dus zou betekenen dat die schuld volledig zou verdampen. Inderdaad, Clinton sprak de verwachting uit dat de Verenigde Staten tegen 2010 of op zijn laatst in 2015 schuldenvrij zouden zijn, te meer daar die verwachtingen over het overschot ‘aan de conservatieve kant waren’, aldus Clinton destijds. Jack Lew, die op dat moment over de Amerikaanse begroting ging, zei dat de VS ‘op weg is schuldenvrij te worden’.
En dat vooruitzicht zorgde in het Witte Huis en het economenland voor zorgen dus. Waarom? Ten eerste maakte men zich zorgen over het feit dat beleggers dan geen risicovrije beleggingen meer zouden hebben. Ten tweede omdat de Fed de manier waarop die het monetaire beleid voert, radicaal zou moeten wijzigen. De Fed stuurt de rentes namelijk door Amerikaanse staatsobligaties te kopen (drukt de rente omlaag) of juist te verkopen (stuwt de rente omhoog). Als er geen Amerikaanse staatsobligaties meer zouden zijn, zou de Fed een nieuw mechanisme moeten ontwerpen.
En in de derde plaats – dit getuigt van grenzeloos optimisme uit die tijd – was er nog een probleem namelijk dat de Amerikaanse overheid na het aflossen van de totale schuld gewoon jaar in jaar uit begrotingsoverschot zou hebben en met dat geld dus allerlei activa zou moeten kopen, met lastige vraagstukken zoals wat precies wel en wat niet te kopen als gevolg.
Het kan verkeren
Terwijl het uitstekende economische berichten regende dus, was het Witte Huis in paniekmodus. In 2000 stelden de economen van het Witte Huis zelfs een rapport samen. Het boekwerk, getiteld ‘Life after debt’, is een lange tijd niet openbaar geweest maar is dat pas geworden na een WOB-verzoek.
Hoe anders is het in werkelijkheid gegaan! Vorige week is bekend geworden dat de Amerikaanse staatsschuld in de afgelopen 50 jaar niet zo hoog is geweest als nu. Sterker nog, met uitzondering van oorlogsperiodes, was de staatsschuld van het land sinds medio achttiende eeuw bij lange na niet zo hoog geweest als in 2016.
Tegenwoordig is de staatsschuld in de VS maar ook in Europa zelfs zodanig dat die de crisis veroorzaakt heeft. We noemen de huidige crisis immers niet voor niets een schuldencrisis. Maar het wordt zo mogelijk nog erger.
Die hoge schulden verijdelen namelijk onze overheden de crisis daadkrachtig aan te pakken. Normaliter zouden de overheden in crisistijden hun uitgaven opvoeren en zo de economie uit het slop trekken. Economen zeggen dan dat elke euro of dollar aan extra schuld een veelvoud daarvan aan groei oplevert. Geld goed besteed zeg maar.
Maar door de zware schuldenlast gaat die vlieger niet meer op. Tegenwoordig is het eerder zo dat elke extra euro of dollar aan schuld de groei met mínder dan een euro of dollar verhoogt of zelfs verlaagt. De reden is dat elke extra dollar aan schuld de al enorme schuldenberg verhoogt, waardoor beleggers zich de vraag kunnen gaan stellen hoe groot de kans is dat ze überhaupt hun geld terug zullen krijgen. En dat betekent dat beleggers, ter compensatie, hogere rentes zullen eisen. Hogere rentes op hun beurt zorgen ervoor dat bedrijven minder investeren en dus minder nieuwe banen scheppen. Huishoudens kunnen ook de toename van de schuld zonder een evenredige toename van de groei (lees, aantal banen, hun inkomen) aangrijpen om meer te gaan sparen en dus per definitie minder uit te geven omdat ze de bui van hogere belastingen later om de rentelasten en de schuld te financieren zien hangen.Scherp mes
Dit zeker ook omdat als een hogere schuld de economische groei juist extra afremt, de mes ineens aan twee kanten gaat snijden. De schuld gaat dan namelijk niet alleen als een absoluut bedrag toenemen maar óók als percentage van het bruto binnenlands product omdat. Immers, terwijl de teller groter wordt, wordt de noemer tegelijkertijd kleiner.
Dat het bovenstaande grote gevolgen heeft voor het monetaire beleid, behoeft nauwelijks uitleg. Elke exit uit het huidige beleid betekent hogere rentes en daarmee een toenemende kans op allerlei problemen bij bedrijven, huishoudens en de bazen van de centrale banken, politici en politiek ofwel een toenemende kans op lage groei en instabiliteit op financieel, economisch en maatschappelijk vlak. De vraag die ieder van ons die wel eens nadekt over wat de ECB en de Fed zullen doen in de toekomst is dus: durven ze het risico te lopen hun landen op de rand van het faillissement te brengen en voor instabiliteit op vele fronten te zorgen?
Het zegt overigens zeer veel over de wereld waarin we leven, dat economen en politici doodsbang werden van het vooruitzicht op een schuldenvrij bestaan. Als ik zie hoeveel economen pleiten voor meer schulden, ondanks het feit dat de schulden zeer hoog zijn, en/of ageren tegen begrotingsevenwicht laat staan het hebben van begrotingsoverschotten, dan concludeer ik dat die houding ten opzichte van een schuldenvrij bestaan geen haar veranderd is. Dat laat duidelijk zien dat onze economieën, economische groei en welvaart, drijven op schulden. Voor een deel is de welvaartsstijging van de afgelopen decennia dus gewoon een illusie.