Spaarrente van – 3 procent voor iedereen op komst
14 mei 2021
Hout. Maïs. Tarwe. Koper. Aluminium. Cacao. Koffie. Sinaasappelsap. Sojabonen. Suiker. Vlees. Katoen. Noem een grondstof, metaal of de landbouwvariant, en de kans is groot dat de prijs niet alleen aanmerkelijk hoger ligt vergeleken met eind vorig jaar of een jaar geleden maar dat de prijs in jaren niet zo hoog is geweest, soms wel sinds 2010. De prijzen liggen tientallen procenten hoger.
Bank of America
In een rapport meldt Bank of America dat het aantal keren dat het woord ‘inflatie’ viel in de gesprekken tussen topmensen van beursgenoteerde bedrijven en analisten, bijvoorbeeld bij de presentatie van winstcijfers, verdrievoudigd is vergeleken met voorgaande jaren.
De producentenprijsindex, zeg maar de index die de prijzen meet die bedrijven betalen voor spullen die zij nodig hebben om de goederen en diensten die zij bieden, te produceren, stijgt inmiddels met ruim 4 procent op jaarbasis, ook al een stijging die we heel lang niet hebben gezien. Het zou zomaar kunnen dat bedrijven hun prijzen opschroeven om winstmarges te verdedigen.
Dat alles baart mij zorgen. De centrale banken zoals de Fed of de Europese Centrale Bank, bagatelliseren de recent gestegen inflatie én de zeer waarschijnlijke stijging in de komende maanden met de opmerking dat het allemaal tijdelijk is omdat elke prijsvergelijking dit jaar met vorig jaar, hoger uitvalt. De reden: vorig jaar was het jaar van de coronapandemie en sluiting van veel winkels en grote delen van de economie. Ofwel: prijzen anno 2021 vergelijken met die in 2020 is misleidend.
In de kern zit daar heel wat in. Maar wat als de stijging van de inflatie voor een belangrijk deel níet tijdelijk blijkt te zijn? Met de rappe én wijdverbreide prijsstijgingen, lijkt de stellige overtuiging van Lagarde, Powell en anderen dat de inflatie tijdelijk zal klimmen en daarna weer wegebben, mij een beetje te overmoedig.
Hardnekkige inflatiestijging
Als de inflatiestijging hardnekkiger blijkt te zijn en de centrale banken niet optreden, dan kan vooral de middenklasse zijn borst natmaken voor de komende jaren. Hoge inflatie, zo leert de historie ons, raakt die groep doorgaans het hardst. Historie leert ons óók dat als de middenklasse door inflatie hard wordt geraakt, die boos wordt en dat gevoel mee het stemhokje in neemt. Eind dit jaar zijn er landelijke verkiezingen in Duitsland, gevolgd door presidentsverkiezingen in Frankrijk in 2022. Een nieuwe golf van populisme kan Europa dan heel makkelijk overspoelen. Hetzelfde geldt voor de VS, waar eind volgend jaar parlementsverkiezingen zijn.
Groot nieuws in de afgelopen dagen waren de meldingen van inmiddels zo goed als alle Nederlandse banken dat de spaarrente voor tegoeden boven 100.000 euro negatief wordt. Daarvoor lag de lat op 250.000 euro. Het is niet uitgesloten dat de grens de komende tijd verder omlaag zal gaan, zij het dat het onwaarschijnlijk lijkt dat ook spaartegoeden van meer dan, zeg, 25.000 euro, met een renteheffing te maken zullen krijgen. Als de inflatie de komende tijd naar 3 procent en hoger klimt, misschien wel gedurende enkele kwartalen, dan wordt die spaarrente van 0 procent daardoor feitelijk een spaarrente van -3 procent. Pak uw spaarsaldo maar erbij en reken uit wat 3 procent inflatie voor de koopkracht ervan betekent.
Treden de centrale banken wel op, dan zitten we met het risico dat de economische groei zal afnemen en de koersen op de financiële markten dalen.
Onafhankelijk of de centrale banken wel of niet optreden, zou er ook onrust kunnen ontstaan in de opkomende en ontwikkelingslanden. Mag ik in herinnering brengen dat grootschalige opstanden in die landen, denk aan de Arabische lente, destijds als aanleiding hadden fors gestegen voedselprijzen. De voedselprijzen zijn tegenwoordig vaak hoger dan toen!
Als ik een centrale bankier was, zou ik veel minder overtuigd zijn dat de huidige inflatiegolf 100 procent tijdelijk is. Als spaarder zou ik toch rond gaan kijken voor alternatieven voor het spaarboekje.