Vijf katalysators voor hogere goudprijzen in 2014
27 december 2013
Goudprijzen zijn inmiddels neergedaald tot een niveau van begin 2010. Na een correctie van ongeveer twee jaar tijd — goud stevent af op haar eerste jaarlijkse verlies sinds 2004 (in euro’s tenminste) — blikken we vandaag vooruit op 2014. Wat zijn mogelijke katalysators voor een hogere goudprijs in het nieuwe jaar?
Vijf katalysators voor hogere goudprijzen in 2014
Goudprijzen zijn inmiddels neergedaald tot een niveau van begin 2010. Na een correctie van ongeveer twee jaar tijd — goud stevent af op haar eerste jaarlijkse verlies sinds 2004 (in euro’s tenminste) — blikken we vandaag vooruit op 2014. Wat zijn mogelijke katalysators voor een hogere goudprijs in het nieuwe jaar?
Katalysator één: een correctie in aandelenprijzen
Het Q-ratio — de prijs die op de aandelenmarkt voor een euro aan eigen vermogen wordt betaald — is misschien wel dé indicator van overwaardering op de aandelenmarkt. Momenteel belooft deze indicator weinig goeds voor aandelenprijzen. Sterker nog, historisch gezien liggen aandelenprijzen te hoog en is een flinke correctie in aandelenprijzen een kwestie van tijd.
Daarbij kent het verminderen van het QE-programma een precedent in Japan. Twee weken na het Japanse ‘taperen’ begon — belangrijk — een flinke correctie in aandelenprijzen. Japanse aandelen verloren meer dan een kwart van hun waarde. De yen daalde toen echter eveneens (ondanks dat het daarvoor, direct na de mededeling van de Bank van Japan, steeg). Dit duidt erop dat geld niet van aandelen naar cash ging, maar naar andere beleggingen vloeide.
Het geld dat bij een correctie uit aandelenprijzen vloeit, vloeit naar andere beleggingsklasses, andere landen, of andere valuta. Het is echter geen brug te ver om ons voor te stellen dat de edelmetalen zouden profiteren van een dergelijke correctie in (Amerikaanse) aandelenprijzen.
Katalysator twee: het opnieuw uitbreken van de eurocrisis
De eurozone lijkt momenteel in het oog van de storm te zitten. Terwijl de onderliggende situatie slechter, niet gunstiger, in de eurolanden wordt, bereiken obligatierentes een laagtepunt op niveau’s van voor de crisis. Zo ligt bijvoorbeeld de rente op tienjarige Spaanse staatsobligaties rond de 4%, hetzelfde percentage als voor de Spaanse fiscale crisis, terwijl we fiscaal gezien weinig verbetering waarnemen.
Dat alles terwijl de Spaanse vastgoedmarkt op de rand van de afgrond staat. Jarenlang wilden verkopers prijzen niet verlagen, maar inmiddels blijkt het sentiment te keren. Prijzen beginnen te dalen. Wanbetalingen op Spaanse bankleningen staan daarbij op recordhoogtes: meer dan 13% van alle leningen worden inmiddels al niet meer betaald, en het aantal neemt iedere maand toe. Ter vergelijking, een gezonde bancaire sector zou gebukt gaan onder —allicht — een enkele procent aan ‘slechte leningen’.
Het moment dat de Spaanse overheid met de mededeling komt dat de Spaanse banken nog niet voldoende geherkapitaliseerd waren en een volgende kapitaalinjectie nodig is, komt daarom dichterbij. Het zal één van de vele potentiële aanleidingen kunnen zijn tot een volgende opleving van de eurocrisis. En goud zal — helaas — gebaat zijn bij een heropleving van de europroblemen.
Katalysator drie: ‘tapering’ OFF
Het is zover. In januari gaat de Federal Reserve daadwerkelijk het tempo van haar steunaankopen verminderen — van $85 miljard dollar naar $75 miljard dollar. Al sinds mei dit jaar staan de financiële markten onophoudelijk in het teken van ‘tapering’, een term die Fed-voorzitter Ben Bernanke notabene weigert in de mond te nemen.
Veel beleggers geloven dat een economisch herstel aanstaande is — dat de hoogtijdagen van de "Nieuwe Economie" spoedig hervat kunnen worden. Wanneer na ‘tapering’ het geen kwestie van de economie ‘aanzwengelen’ blijkt te zijn, maar dat het bescheiden economisch herstel volledig afhangt van de ongelimiteerde portomonnee van de Fed en haar gewilligheid om geld te drukken, dan zal de Fed ‘de keizer zonder kleren’ zijn.
Wanneer de markt doorkrijgt dat de Fed de situatie niet onder controle heeft en blijkt dat er geen sprake van een ‘exit-strategie’ kan zijn, zal de markt haar bedenkingen krijgen en opnieuw het edelmetaal als vluchthaven opzoeken.
In dit licht zijn de wekelijkse hypotheekaanvragen in de VS een treffend voorbeeld: al sinds mei dit jaar — sinds de eerste geruchten dat er “getaperd” zou worden —dalen de wekelijkse hypotheekaanvragen met een uitschieter vlak voor de kerstdagen. Inmiddels staan de Amerikaanse wekelijkse hypotheekaanvragen namelijk op een dertienjarig dieptepunt, 66% onder het hoogste punt van exact een jaar geleden. En gegeven dat de hypotheekaanvragen de meest tijdige indicator van de gezondheid van de Amerikaanse woningmarkt is, belooft dit weinig goeds voor het economisch herstel in de VS. Dát en de oplopende Amerikaanse staatsrente (sindskort weer boven de 3%) zal ‘tapering’ in de soep doen lopen.
Katalysator vier: Japanse schuldencrisis
Terwijl minister-president Shinzo Abe tot voor kort nog gold als een positieve uitzondering in de hordes aan reeds afgewimpelde premiers, lijkt ook dat sentiment zich te keren.
De huidige vergrijzing in Japan is op zich al zorgelijk, maar daarnaast heeft de Japanse overheid gedurende de afgelopen decennia een enorme verzorgingsstaat opgebouwd. Japanse politici — ook Abe — hebben beloftes gedaan die niet kunnen worden nagekomen. Hun schuld bedraagt inmiddels 25 keer de jaarlijkse belastinginkomsten, en we zijn — demografisch gezien — pas net begonnen.
De reden dat Japan er zo slecht voor staat is tweeledig: de schuldenlast is dermate hoog dat iedere rentebeweging moet leiden tot een herstructurering van de schuld, terwijl door de vergrijzing en de dalende beroepsbevolking de belastinginkomsten afnemen en de staatsuitgaven toenemen. Een spanningsveld dat waarschijnlijk gaat leiden tot het grootste vuurwerk van de 21e eeuw tot nu toe, wellicht al in 2014. Japan is een tikkende tijdbom.
Katalysator vijf: een oorlog tussen Japan en China, Syrië en de VS
We kregen in 2013 al een voorproefje van hoe een bijna-oorlogsverklaring van president Obama aan de Syrische overheid leidde tot een opleving in edelmetaalprijzen. Zo stegen zilverprijzen in minder dan een maand tijd met 20%. Niemand voorzag echter de escalatie in Syrië en mits destijds Rusland en met name Poetin geen stokje had gestoken voor een internationale interventie door de zich in de schulden gewerkte Verenigde Staten, had de goudprijs aan het einde van dit jaar al veel en veel hoger gestaan.
Momenteel lijken de spanningen bedaard, maar het is zeker niet onvoorspelbaar dat Obama straks opnieuw aanstuurt op een dergelijke oorlog.
Ook Japan en China laten zich niet onbetuigd. Het creëren van een gemeenschappelijke vijand heeft vaak de voorkeur van machthebbers in een land dat economisch op de klippen loopt. Zoals we eerder concludeerden dat Japan wel eens tegen een fiscaal rotsblok zou kunnen tegenkomen in de gevaarlijke wateren van een historisch ongerijmde schuldenlast, is een escalatie van de nakende oorlog tussen Japan en China wellicht een aanzet tot hogere goudprijzen.
Het gaat hier om de ietwat onbeduidende Senkaku-eilanden in de Oost-Chinese Zee (ondanks geruchten over mogelijke gas- en oliereserves in het gebied). Beide landen bakenden inmiddels een luchtverdedigingzone af die elkaar overlapt, een openlijke provocatie en tevens een indicatie van de toenemende spanningen in Azië.
Conclusie
Dit zijn vijf katalysatoren die niet volledig te voorspellen en te voorzien zijn, maar wel tot beduidend hogere edelmetaalprijzen leiden. De lagere prijzen van het moment dienen daarom met name gezien te worden als kans. Als een kans om bij te kopen, of als een kans om in te stappen. Het tij kan namelijk snel keren. De onrust in Syrië van afgelopen augustus is daarvan onze directe getuigen.