Wat deze uitspraak van de Hoge Raad betekent voor uw vermogen
28 april 2016
Het lijkt zo irrelevant. Maar stiekem is de uitspraak die de Hoge Raad op 29 januari over de crisistaks deed, van levensbelang voor u. Wat zijn de gevolgen van dit juridisch precedent voor de veiligheid van uw (financieel) vermogen?
Herinnert u zich de crisisheffing nog?
Het waren jaren waarin de overheid wanhopig het (oplopende) begrotingstekort probeerde te verminderen. En wat is er makkelijker om de 'rijken' hiervoor te gebruiken? Geen Nederlander die zich er druk om maakt, en politici kunnen er makkelijk mee wegkomen ("de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen!").
Iedereen eist ‘solidariteit’ totdat het zijn of haar eigen portemonnee raakt.
Het bizarre van de crisistaks was echter dat deze met terugwerkende kracht werd geheven. Iedereen die meer dan €150.000 verdiende in 2012 en 2013, moest in 2013 en 2014 liefst 16% van dit bedrag aftikken bij de fiscus. Kortom, iemand die in 2012 €200.000 bruto verdiende, moest (via de werkgever) nog even €32.000 extra afrekenen. Uiteraard zijn werkgeverslasten simpelweg arbeidskosten voor een werkgever; ze zullen dus bijna altijd ten koste van een werknemer gaan. Maar dat is niet wat we vandaag onder de loep willen nemen.
Het feit dat onze overheid een heffing onder het mom van een 'noodgeval' met terugwerkende kracht kan doordrukken, en dat de rechter hiermee instemt, is een enorm gevaar.
Ook voor uw vermogen.
Politiek negeert de ‘niet-zichtbare’ gevolgen
Uiteraard was die crisisheffing een druppel op de gloeiende plaat. De heffing leverde in 2012 €628 miljoen euro op (ongeveer 1/10 procentpunt van het begrotingstekort destijds). De opbrengsten werden gebruikt om het ‘begrotingstekort te verminderen’. Bedrijven stonden perplex. Er was geen ontkomen aan de heffing. Maar de portemonnee van de werknemers zelf werd in eerste instantie wel gespaard.
De niet-zichtbare gevolgen worden echter genegeerd. En een goede econoom, zo zei Henry Hazlitt ooit, onderscheidt zich door niet alleen naar de direct zichtbare gevolgen te kijken, maar juist naar de op het eerste oog onzichtbare gevolgen.
Omdat bedrijven die deze topinkomens op de loonlijst hebben staan, diep in de buidel moesten tasten, kan het zijn dat zij: (a) niet verder konden investeren in groei, (b) arbeiders moesten ontslaan, (c) topinkomens moesten loslaten, (d) zich elders vestigen, of (e) hogere prijzen doorrekenen aan afnemers. In elk van deze gevallen is de Nederlandse samenleving als geheel slechter af.
En dan nemen we niet eens de gevolgen in acht voor de lange termijn: het vertrouwen om in Nederland een bedrijf te vestigen, in Nederland te investeren, etc. Dat dat vertrouwen een deuk heeft opgelopen is onmiskenbaar.
Ditmaal ‘topinkomens’, de volgende keer de vermogensrendementsheffing
Als de overheid dit alles zonder blikken of blozen doet, dan is het precedent geschapen voor een volgende, extremere, crisisheffing als het begrotingstekort opnieuw oploopt.
Het kan dan zijn dat de topinkomens belasten dan niet voldoende zoden aan de dijk zet.
Laten we, zoals we vorige week al bekeken, een crisistaks op spaargeld in perspectief zetten.
Stel de overheid stelt met terugwerkende kracht een belasting in over het spaargeld die gelijkstaat aan, laten we zeggen, de gehele rente-opbrengst.
Vorige maand was er €336 miljard euro aan spaargeld in Nederland. De rente-opbrengsten over die ‘spaarpot’ bedroegen €3,8 miljard in 2015. Kortom, als de overheid deze rente-opbrengsten geheel wil afromen, dan kan het €3,8 miljard bijschrijven.
Dat zet dus duidelijk meer zoden aan de dijk dan een crisisheffing op topinkomens.
En dat is ook de reden dat Nederlanders de overheid moeten vrezen. Zij hebben in 2012 bewezen dat ze absoluut niet vies zijn van het met terugwerkende kracht heffen van belastingen onder het mom van een noodgeval. En dat zullen ze in 2016, 2017 en 2018 ook niet zijn, wanneer het wederom misgaat. En geen rechter of Hoge Raad die daar wat aan zal doen.
Het is juist die onafhankelijke rechterlijke macht die de rechtszekerheid van een burger hoort te waarborgen. Het is bizar dat een probleem van de regering (in ons geval het niet voldoen aan een begrotingsnorm) leidt tot rechtsonzekerheid. En rechtsonzekerheid was een van de factoren die de Grote Depressie ‘groot’ maakte.
Wanneer het begrotingstekort oploopt, komt de paniek weer
We zitten in een cyclische piek. En zelfs in deze piek presteert Nederland middelmatig. De economische groei komt maar niet op gang, en toch waren de belastingopbrengsten nog nooit zo hoog als nu. In zowel 2014 als 2015 werd er €10 miljard euro meer opgehaald dan in het voorgaande jaar. In 2015 haalde de overheid €15 miljard (bijna 10%) meer op in vergelijking met 2008, de vorige cyclische piek.
Dat betekent ook dat er meer ruimte is om terug te vallen.
Wanneer die belastinginkomsten tegenvallen, en wanneer de rentelast normaliseert (nog nooit betaalde de Nederlandse overheid zo weinig rente), zal het begrotingstekort nog veel hoger uitvallen dan het geval was tijdens de crisis van 2008.
En dan zal Nederland opnieuw bewijzen dat de term bananenrepubliek zeer rekbaar is.