Wat kan 2018 en 2019 voor goud betekenen?
14 december 2017
Hogere economische groei dan verwacht, lagere werkloosheid dan eerder voorspeld en laagblijvende – voor de Fed te lage – inflatie. Dat is wat de Amerikaanse centrale bank ziet als die zijn blik richt op 2018 én 2019, bleek gisterenavond na de laatste vergadering van dit jaar van het rentecomité van de Fed. Er is dus geen reden om af te wijken van de eerder uitgestippelde koers voor beide jaren, namelijk de rente in zowel 2018 als 2019 drie keer op te krikken.
In het euroland heeft de Europese Centrale Bank (ECB) eerder laten weten vanaf januari 2018 het monetaire beleid ook al minder ruim te maken. De bank gaat niet meer voor 60 miljard euro staats- en bedrijfsobligaties kopen maar voor 30 miljard. Het doel is om dan in september volgend jaar er helemaal mee te stoppen.
2018 een perfect beleggingsjaar?
Het bovenstaande betekent dat we voor het eerst in tien jaar tijd te maken krijgen met een situatie waarin deze twee belangrijk centrale banken de monetaire teugels gaan aanhalen. Hun Chinese zusterinstelling verhoogde de rente deze week al.
Ik zou er niet raar van kijken als 2018 daarom de geschiedenisboeken ingaat als een slecht jaar voor edelmetalen. Kort door de bocht: die markt houdt niet van renteverhogingen en andere verkrappende beleidsmaatregelen. Hetzelfde geldt voor de term ‘lage inflatie’.
De klappen die de prijzen van onder meer goud en zilver de afgelopen weken hebben gekregen, zouden wel eens een voorbode kunnen blijken te zijn van verdere daling in loop van 2018, zeker in de eerste maanden van dat jaar. Is er dan niets positiefs te melden over 2018 met betrekking tot die markt?
Er is wel iets. Zoals gezegd ziet het er nu naar uit dat 2018 zo’n beetje een perfect beleggingsjaar voor aandelenmarkten en daarmee een slecht jaar voor edelmetalen zal worden. Daar schuilt ook meteen een belangrijke waarschuwing, namelijk dat er niet veel hoeft te gebeuren om dat picture perfect plaatje te verstoren. Een groeivertraging in China, het opnieuw oplaaien van de eurocrisis omdat hét politieke en economische anker van de muntunie, Duitsland, nu ook voor onzekerheid zorgt (de samenstelling van de nieuwe Duitse regering is ongewis, om maar wat te noemen) of omdat bij de verkiezingen in Italië de anti-euro krachten goed scoren of verder oplopende spanningen op geopolitiek front – denk aan Noord-Korea – kunnen voor een verstoring zorgen.
Ik kijk daarnaast ook uit naar de Amerikaanse parlementsverkiezingen eind volgend jaar. Bij een tussentijdse verkiezingen eerder deze week won een Democraat een traditioneel zwaar Republikeinse zetel, wat aangeeft dat er grote ontevredenheid bestaat over het beleid van President Trump onder de Republikeinse stemmers. Aangezien zijn partij in het Amerikaanse parlement een zeer kleine minderheid heeft, zou het zomaar kunnen gebeuren dat de Democraten het parlement veroveren in november. Gezien de slechte verhoudingen tussen President Trump en de Democratische Partij, kan dat zomaar tot een politieke patstelling leiden in het land.
Kijkend naar die omgeving met al die gevaren kan ik het niet helpen me af te vragen of de Fed het wel aan zal durven de rente drie keer te verhogen, zeker omdat de eventuele derde verhoging na de zomer – en dus vlak voor de verkiezingen – zou moeten komen. Deze vraag leeft des te meer omdat President Trump in loop van 2018 nog eens vier leden in het Fed-bestuur kan benoemen, iets wat hij ongetwijfeld redelijk snel zal doen want mochten de verkiezingen in november slecht uitpakken voor hen, kan hij die benoemingen op zijn buik schrijven. De Amerikaanse Eerste Kamer moet namelijk akkoord gaan met zijn kandidaten voor het Fed-bestuur.
De kans is zeer groot dat Trump allemaal mensen zal voordragen die veel eerder neigen naar minder dan meer renteverhogingen. Een hogere rente zou het economisch herstel in de VS in gevaar kunnen brengen en de federale overheid tientallen miljarden dollars aan extra rentelasten kosten, niet iets waar Trump op zit te wachten, zéker niet met de al genoemde verkiezingen in aantocht.
En wanneer de voorzitter van de Fed aangeeft bezorgd te zijn over de hoge schulden bij niet alleen de Amerikaanse overheid maar ook de Amerikaanse huishoudens en bedrijven, dan hoor ik daar tussen de regels door dat de bank niet graag zou zien dat huishoudens, bedrijven en de overheid een groot deel van hun geld moeten besteden aan rentelasten in plaats van aan reizen en andere goederen en diensten, wat de economische groei aanjaagt.
Wat me dan ook niet zou verbazen is als de prijzen van edelmetalen in eerste instantie blijven zitten in de hoek waar rake klappen vallen om vervolgens, naarmate het jaar verstrijkt, op te staan en omhoog te klimmen. Anders gezegd: 2018 kan achteraf een leuk jaar blijken te zijn om die oude bescherming van het geld tegen inflatie en het beleid van de centrale banken relatief goedkoop aan te schaffen.