Wel stoere woorden, maar zeker geen stoere daden van de Fed
24 mei 2016
Begin deze maand had ik het over de worsteling van de Fed: de bank wil de rente niet verhogen maar ook niet zeggen dat ze de rente niet wil verhogen omdat beleggers dan bang kunnen worden met alle gevolgen van dien op de markten.
Die worsteling en de verwachting van beleggers dat de Fed de rente niet zal verhogen in juni, was in mijn ogen de reden voor de Fed vorige maand de verwijzing naar de slechte economische ontwikkelingen elders weg te laten. Het was alsof Janet Yellen, de voorzitter van de Fed, met een megafoon op de handelsvloer van Wall Street ging staan en riep: ‘mensen, een renteverhoging in juni is heel goed mogelijk hoor!’
Het mocht niet baten. Uit de futures prijzen van de fed funds rate was af te leiden dat de markt de kans op een renteverhoging in juni – de Fed vergadert op 15 juni – tot voor kort op circa 0 procent schatte.
Tot voor kort, want de situatie is veranderd na de publicatie van de notulen van de vergadering uit april. Die notulen hebben ervoor gezorgd dat er een verwachting is ontstaan op de markten dat de centrale bank de rente in juni zal verhogen (beleggers schatten die kans nu op maar liefst 30 procent). Diezelfde notulen zorgen er echter tegelijkertijd voor dat de Fed alle ruimte behoudt om daar toch, als het puntje bij paaltje komt, van af te wijken. Ziedaar de genoemde worsteling.
In de notulen lezen we namelijk dat de meeste leden van het rentecomité van mening waren dat ‘het waarschijnlijk nodig zal zijn’ de officiële rente te verhogen in juni. Dit is in mijn ogen inderdaad de perfecte zin voor wat de Fed wil, namelijk zorgen dat zijn woorden op te vatten zijn als aankondiging dat de rente binnenkort verder omhoog zal gaan maar wel dat de bank voor zichzelf voldoende speelruimte overlaat om dat niet te doen.
Met zijn ‘het zal waarschijnlijk nodig zijn de rente te verhogen’ kan de Fed namelijk alsnog alle kanten op: als de bank zegt dat het ‘waarschijnlijk nodig’ zal zijn de rente te verhogen, dan is dat uiteraard iets heel anders dan zeggen dat die renteverhoging ‘nodig’ is.
Het woordje ‘waarschijnlijk’ zorgt ervoor dat die noodzaak afhangt van de economische ontwikkelingen. Dat is precies wat we in de notulen tegenkomen, namelijk dat dé voorwaarde voor een renteverhoging in juni is dat de Fed ‘duidelijke tekenen van economisch herstel’ ziet.
Deze verbale interventie had het gewenste effect. Beleggers zagen voor de publicatie van de notulen de kans op een renteverhoging in juni op slechts iets boven 0 procent staan, terwijl de verwachting na de publicatie gestegen is naar ruim 30 procent. De Amerikaanse langetermijnrentes gingen behoorlijk omhoog en EUR/USD daalde licht.
Maar het waren niet alleen de notulen die onder beleggers de kans op een renteverhoging in juni aangewakkerd hebben. Verschillende Fed-bestuurders hebben de afgelopen dagen impliciet en expliciet laten weten dat een renteverhoging in juni heel goed mogelijk is.
Ik acht de kans groot dat de Fed, wanneer het rentecomité ervan bij elkaar komt op 14 en 15 juni, de rente ondanks dat alles toch niet zal gaan verhogen. Voor die verwachting heb ik twee redenen.
In de eerste plaats is dé voorwaarde, zoals ik al genoemd heb, dat de Fed duidelijke tekenen moet zien dat de Amerikaanse economie herstelt. Begin deze maand hebben we het bericht gekregen dat de Amerikaanse bedrijven in april 160.000 nieuwe banen gecreëerd hebben.
Dat is een zwak cijfer en het kan wel eens zo zijn dat het zwakke aprilcijfer de eerste aanwijzing is dat het tempo waarmee Amerikaanse bedrijven voor nieuwe banen zorgen, aan het afnemen is. Of dat het geval is of niet, zal de komende maanden moeten blijken. De Fed zal ondertussen niet willen gokken en de rente verhogen, alleen om iets later te ontdekken dat de arbeidsmarkt afkoelt.
Het klopt dat uit datzelfde banenrapport bleek dat de uurloon met 2,5 procent gestegen is vergeleken met een jaar eerder. Dat is iets meer dan de stijging van vorige maand, wat enige hoop geeft dat de Amerikaanse huishoudens meer te besteden zullen hebben. Daar staat echter wel tegenover dat als diezelfde huishoudens, door het lage aantal nieuwe banen en lage economische groei, rekening gaan houden met toenemende kans op ontslag, zij niet meer zullen uitgeven, wat al snel tot een neerwaartse spiraal van minder uitgaven, minder banen, stijgende werkloosheid, nog minder uitgaven et cetera kan leiden.
Ook hiervoor geldt dat we simpelweg niet weten óf dat zal gebeuren. We kunnen er vrijwel zeker van kunnen zijn dat de Fed te midden van die onzekerheid niet zal willen gokken en de officiële rente verhoogt om vervolgens te moeten concluderen dat die een paar maanden laten eigenlijk weer omlaag zou moeten.
Van buiten de VS kwam de afgelopen dagen en weken ook niet bepaald opbeurende berichten vandaan. In China blijken investeringen, de activiteit in de industrie detailhandelsverkopen lager te zijn dan analisten hadden verwacht, wat erop wijst dat de Chinese economie blijft afkoelen.
Behalve deze economische redenen op basis waarvan ik geen renteverhoging in juni verwacht, is er nog een andere reden, die alleen te spotten is voor wie goed ingevoerd is in de Fed-wereld en de notulen op de juiste manier leest.
Zoals ik eerder heb uitgelegd, bestaat het rentecomité van de Fed uit het dagelijks bestuur uit Washington (momenteel vijf personen) en de Presidenten van de 12 regionale centrale banken in de VS waarbij slechts 5 daarvan steeds het stemrecht hebben. In totaal zitten er dus op dit moment 17 personen in waarvan echter maar 10 het stemrecht hebben. Wie dus wil weten wat de Fed met de rente zal doen, moet vooral op die groep die het stemrecht heeft letten, die gaan er immers over.
Wat uit de notulen af te leiden is, is dat de groep van stemmers veel minder mondig is in de zin dat de leden van die groep veel minder sterk benadrukten dat een renteverhoging in juni aanstaande is.
Met andere woorden, het waren vooral de 7 niet-stemgerechtigde leden die over een mogelijke renteverhoging in juni spraken. Die leden die daadwerkelijk het monetaire beleid van de Fed bepalen in juni waren juist eerder voorstander van het behouden van de status quo.
Dit alles in het ogenschouw nemend, verwacht ik geen renteverhoging in juni. Voor de rest van dit jaar maar ook daarna zou het me niet verbazen als we dit ritueel – de Fed gebruikt stoere taal op basis waarvan de markt renteverhogingen verwacht, waardoor de prijzen op de markt onder druk komen te staan en de Fed, mede daardoor de renteverhogingen achterwege laat – nog veel vaker zien. Vroeg of laat zal het besef ontstaan dat de Fed daardoor veel te laat en veel te weinig zal ingrijpen om stijgende inflatie te voorkomen. Dat zal het moment zijn waarop verschillende traditionele inflatiebeschermers in prijs gaan stijgen.